Tekst: Vincent Oostvogels
Bij de meeste Wageningse studentencomplexen is een aparte plek om grofvuil weg te gooien. Die plekken liggen vol met laminaat, matrassen en Ikea-meubels. Vaak zijn die spullen maar een paar jaar oud. Eén keer heb ik er zelfs een koelkast zien staan die nog helemaal gevuld was met eten. Het is een trieste bedoening, die niet strookt met het beeld van de duurzame Wageningse student. Ook niet met het beeld van de arme student, trouwens.
Via die afvalhopen zijn er spullen die gelukkig een tweede leven vinden. Mensen scharrelen er van alles bij elkaar, ook dingen die je niet direct op een studentencomplex verwacht, van kippengaas tot paardenzadels. Maar: je moet geluk hebben. Niet bij alle studentencomplexen maak je evenveel kans op leuk afval en er ligt niet altijd evenveel. Wat dat betreft is het net strandjutten.
Niet bij alle studentencomplexen maak je evenveel kans op leuk afval; het is net strandjutten
En strandjutten, dat is zo eenvoudig nog niet. Een paar jaar geleden reed ik in alle vroegte met wat studiegenoten vanuit Wageningen naar de Waddenzee omdat het containerschip MSC Zoe daar een deel van haar lading had verloren. De zee dreef vol met auto-onderdelen en flatscreen televisies, maar wij presteerden het om naar dat ene uitgestorven strand te rijden waar helemaal niets was aangespoeld. Echte strandjutters zou zoiets nooit overkomen, die wéten waar ze mee bezig zijn.
Zo’n professional hebben we in Wageningen ook. Met zijn grijze bestelbusje rijdt hij vrijwel dagelijks de studentencomplexen af. Daar vist hij van alles tussen het afval vandaan: spullen die er nog goed uitzien, oud ijzer, statiegeldflessen, noem maar op. Het gaat allemaal mee in dat busje, dat meestal tot de nok toe is volgestouwd. En passant ruimt hij op wat er naast de afvalbakken is gegooid. Volgens mij doet hij dit al jaren.
‘Die rommel, wat doe je daar eigenlijk mee’, vroeg ik hem laatst. Hij legde uit hoe hij verschillende grondstoffen scheidt en spullen repareert. En hij benadrukte dat ik me vooral geen zorgen over hem moest maken, want recyclen was gewoon zijn hobby. Hadden we die hobby met zijn allen maar wat meer, dacht ik toen.
Vincent Oostvogels (25) zit in het eerste jaar van zijn promotieonderzoek naar biodiversiteitsherstel in de melkveehouderij. Hij droomt ervan om op een dag zelf een paar koeien te kunnen houden.