Ze zijn onmisbaar op de campus: schoonmakers, conciërges, cateraars, tuinmannen, receptionisten – de lijst is lang. Resource zoekt deze sleutelfiguren op. Dit keer Kees Laban (53), bibliothecaris in Forum.
‘Mijn moeder zei vroeger dat ik op zee moest gaan werken, omdat ik zo’n vrijbuiter was. Tegelijkertijd was ik veel in de bibliotheek waar ik al lezend tot rust kwam. Ik ben een extravert figuur en sport heel veel, maar de bibliotheek met de rust en ruimte past ook – zeker die van Forum. Ik heb na mijn bibliotheekopleiding kort gewerkt in de rechtsbijstand, maar een kantoor als werkplek vond ik te benauwend.
De bibliotheek ervaar ik niet als saai, er is juist veel leven: er komen heel veel mensen voorbij. Ook mijn werk is dynamisch. Ik help mensen die een praktische hobbel moeten nemen met snelle en korte adviezen. De complexere vragen draag ik over aan onze informatiespecialisten. De combinatie van praktische en brede kennis bevalt mij. Ook heb ik onregelmatige diensten en loop vrij veel rond tussen de backoffice, de frontoffice en de boekenkasten.
Ik voel me enorm verbonden met studenten, zeker de Wageningse. Over het algemeen zijn die heel aardig, serieus en verantwoordelijk. Dat past bij mij. Sommige mensen met dienstverlenende beroepen hebben het zwaarder met hun klanten. Omdat wij een openbaar toegankelijk gebouw zijn veroorzaken zwervende mensen in de bibliotheek nog wel eens overlast. Maar ik ervaar dat niet als moeilijk en die keren zijn op één hand te tellen.
Een aantal jaar geleden keek ik op en zag ik heel veel water naar beneden komen. Het leek wel een waterval. Dat was heel onwerkelijk. De sprinklerinstallatie was gaan spuiten. Studenten hebben toen geholpen om zoveel mogelijk boeken te redden, dat vond ik zo goed.
Een kantoor als werkplek vond ik te benauwend
Ik hoop dat de bibliotheek open kan blijven. De onderlinge afstand is nu ruim 1,5 meter en de ventilatie is op orde. Daardoor is de bibliotheek misschien veiliger dan het studentenhuis. Ik vond het moeilijk dat de bieb dicht moest in maart: deze omgeving is de kern van mijn baan. Voordat we corona hadden, waren er 650 werkplekken in de bibliotheek. Nu zijn dat er 220. Het voelt nu eigenlijk meer als een bibliotheek en dat vind ik prettig.
Ik werk hier bijna dertig jaar en ik ga ook niet meer weg. De bibliotheek blijft in ontwikkeling, maar zal voorlopig blijven bestaan met fysieke boeken. Boeken vervullen een diepere emotionele behoefte.’