Inteelt blijft aandachtspunt in runderfokkerij

Meer verwantschap in selecte groep KI-stieren, maar van inteeltdepressie is geen sprake.
Foto: Shutterstock

Verwantschap en inteelt bij Holstein Friesian-stieren nemen de laatste jaren snel toe, constateert promovendus Harmen Doekes. Door gerichte paring valt de inteelttoename bij de koeien mee. Hij adviseert om de genetische diversiteit te borgen. Vrijwel alle melkkoeien in Nederland zijn van het ras Holstein Friesian. Veehouders gebruiken een selecte groep KI-stieren, die via kunstmatige inseminatie (KI) zorgen voor kalfjes met gunstige eigenschappen. Doekes onderzocht de verwantschap en diversiteit van KI-stieren geboren tussen 1986 en 2015, met behulp van DNA-merkers.

Genetische vooruitgang

Inteelt is nadelig als het ten koste gaat van de productie en gezondheid van de koeien. Dat heet een inteeltdepressie. Momenteel is de mate van inteeltdepressie gering in vergelijking met de genetische vooruitgang, zegt Doekes. Door de genetische vooruitgang hebben de huidige koeien een hogere melkgift, vruchtbaarheid en uiergezondheid dan de koeien van tien en twintig jaar geleden. ‘Ook zag ik dat door verbreding van het fokdoel rond het jaar 2000 de inteelttoename minder werd. Tot die tijd richtten de fokkers zich voornamelijk op melkgift. Sinds 2000 zijn er meer kenmerken aan het fokdoel toegevoegd, zoals vruchtbaarheid en gezondheid.’

DNA-merkers

Toch blijft diversiteit een aandachtspunt, zegt de promovendus, nu blijkt dat de verwantschap en inteelt onder stieren de afgelopen tien jaar weer sterker toeneemt. Met behulp van 75.000 DNA-merkers legde hij de verwantschap van de stieren vast. Deze methode is nauwkeuriger dan de oude rekenmethode aan de hand van de stamboom. ‘Bij een stamboom ga je ervan uit dat een kalf 50 procent van het genetisch materiaal van zowel vader en moeder heeft gekregen, maar je weet niet precies welke 50 procent. Met DNA-gegevens weet je dit wel en kun je de verwantschap en inteelt nauwkeuriger bepalen.’

Topstier

In het genomics-tijdperk selecteren fokkerijorganisaties sneller stierkalfjes op basis van DNA-gegevens, zegt Doekes. ‘Hierdoor wordt er meer genetische vooruitgang geboekt en is er meer competitie om op korte termijn een topstier te hebben. Dit verklaart deels waarom de inteelt snel toeneemt.’ Hij adviseert de fokkers om de verwantschap en inteelt op DNA-niveau te monitoren en via de selectie van stieren te beperken.

Doekes promoveerde op 18 september bij Roel Veerkamp, buitengewoon hoogleraar Numerieke genetica.     

Lees ook:

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.