De natuur verandert zichtbaar. Naast veranderend landgebruik zijn klimaatverandering en de neerslag van stikstof de drijvende krachten achter die verandering. Met modellen proberen ecologen grip te krijgen op die verschuivingen in de natuur. Welke soorten krijgen het waar moeilijk? Met een nieuw model kunnen WUR-ecologen daar nu antwoord op geven.
Veldwaarnemingen
Modellen om dit soort voorspellingen te doen, zijn er al wel. ‘Maar die rekenen meestal alleen met het veranderende klimaat. Wij combineren klimaatverandering en stikstofdepositie. Bovendien is ons model gebaseerd op veldwaarnemingen’, zegt ecoloog Wieger Wamelink, hoofdauteur van een artikel over het model in het journal Environmental Pollution.
Het grote effect wordt veroorzaakt door stikstof. Klimaatverandering kan de biodiversiteit zelfs licht doen stijgen
Wieger Wamelink, ecoloog WUR
Wamelink en collega’s legden voor een groot aantal planten in Europa het verband vast tussen hun aanwezigheid in een bepaald gebied en milieuvariabelen ter plekke. ‘Daarbij gaat het om stikstofdepositie, de gemiddelde jaartemperatuur, neerslag, zuurgraad en de verhouding koolstof/stikstof in de bodem. Die bepalen samen de kans op het voorkomen van een soort.’
Dat leverde een formule op waarmee ontwikkelingen in natuurgebieden voorspeld kunnen worden. Wamelink deed dat voor een paar natuurgebieden in Nederland – Oud-Reemst (droge heide) in Ede en de Lemselermaten (nat grasland) bij het Overijsselse Weerselo – bij verschillende scenario’s van klimaatverandering en stikstofbelasting.
Niet of nauwelijks
Het resultaat is weinig verrassend. Hoe meer stikstof, hoe minder geschikt het gebied is voor soorten die typisch zijn voor de habitat ter plekke. Wel verrassend is het klimaateffect: dat is er niet of nauwelijks. ‘Het grote effect wordt veroorzaakt door stikstof’, zegt Wamelink. ‘Sterker nog, klimaatverandering kan de biodiversiteit zelfs licht doen stijgen.’
Een warmer, maar droger klimaat werkt juist de andere kant op. Dan raak je veel soorten kwijt
Wieger Wamelink, ecoloog WUR
Door klimaatverandering komen er meer nieuwe soorten bij uit het zuiden, dan er verdwijnen naar het noorden. ‘Dat is natuurlijk goed voor Nederland, want er zitten allerlei mooie orchideeën en zo bij. Als ze hier tenminste kunnen komen. Het model geeft alleen aan of de omgeving geschikt is voor een bepaalde soort, niet of ze zich hier daadwerkelijk vestigen.’
Droger
Wamelink waarschuwt voor optimisme. ‘Wij hebben een gematigd klimaatscenario gebruikt, waarin de neerslag toeneemt. Maar we zien in de praktijk dat het de laatste jaren juist droger wordt. Een warmer, maar droger klimaat werkt juist de andere kant op. Dan raak je veel soorten kwijt.’ Los daarvan is het klimaateffect klein ten opzichte van wat meer of minder stikstof doet met de natuurgebieden.
Verminderen van de stikstofdepositie zet dus zoden aan de dijk. Het nieuwe model maakt die effecten tastbaar. Wamelink: ‘Van een boer die je uitkoopt bij een natuurgebied, kun je met ons model precies laten zien wat het effect is op de natuur. Daar zijn dit soort modellen voor bedoeld: om beleidsmaatregelen te evalueren en ondersteunen.’