‘Ik vertrok naar Costa Rica vlak voordat de eerste coronapatiënt in Nederland werd ontdekt. In de eerste weken van mijn verblijf was iedereen erg nonchalant en er was geen aanwijzing dat het virus Costa Rica ooit zou bereiken. En mocht het zo zijn, ach, dan was het maar een griepje dat snel over zou waaien. Deze houding veranderde nadat er snel meerdere coronagevallen opdoken.
Leven in Costa Rica
Mijn project gaat over urban water challenges in de stad Alajuela. Ik deed onderzoek naar de waterkwaliteit en de mogelijke watertoevoer voor de bevolking. In de korte tijd dat ik er was, heb ik gemerkt dat Costa Rica twee gezichten heeft. Naast dat het een echt ontzettend mooi land is met vele stranden, vulkanen, parken en watervallen, zijn er ook plekken met veel vervuiling en armoede. Verder zijn de mensen in Costa Rica geweldig, ze nodigen je altijd met liefde uit voor een hapje of drankje en ze brengen je graag naar de parken of stranden.
Bij terugkomst mocht in mijn ouders niet eens knuffelen
Moeilijke beslissingen
Naarmate er meer coronamaatregelen werden ingevoerd, kon mijn werk steeds minder goed doen. In de week van 16 maart werd er in Costa Rica besloten dat de grenzen dicht zouden gaan. Op advies van mijn supervisor besloot ik om terug te gaan naar Nederland, met pijn in mijn hart. Maar complimenten voor WUR en met name voor mijn supervisor in Nederland voor de goede begeleiding. Ik kon via WUR contact opnemen met het reisbureau dat de reizen van de universiteit regelt. Dit bureau heeft me geholpen met vliegtickets en ik ben veilig thuisgekomen.
Een nieuwe wereld
In Costa Rica was alles nog maar net begonnen, terwijl de lockdown in Nederland al twee weken van kracht was. Daardoor kwam ik in een totaal andere wereld terecht: bij terugkomst mocht ik mijn ouders niet eens knuffelen die op mij stonden te wachten. Naast de enorme teleurstelling dat het avontuur al over was en mijn gigantische jetlag, moest ik ook nog twee weken in thuisisolatie. In de eerste weken was er ook nog onduidelijkheid over hoe nu verder, maar gelukkig is er besloten dat ik alsnog mijn project kan afmaken. Het deel dat ik heb gemist kan ik aanvullen met literatuuronderzoek. Dit is stiekem wel saai, maar ik loop in ieder geval geen studievertraging op.’