Als de achterban het akkoord van de onderhandelaars goedkeurt, gaat de nieuwe cao tot 1 januari 2021 gelden. De loonsverhoging geldt vanaf 1 juni. Wie op dat moment aan de universiteit werkt, krijgt bovendien een eenmalige uitkering van 750 euro bruto (of voor de deeltijders: een deel daarvan).
De onderhandelaars zien de gevolgen van de coronacrisis voor het tijdelijke personeel en reserveren daar geld voor: 0,45 procent van de ‘loonruimte’. Daarmee bedoelen ze 0,45 procent van de totale loonkosten aan de universiteiten.
Solidariteit
’Dit is een bijzondere afspraak die uiting geeft aan de solidariteit en betrokkenheid met universitaire medewerkers met tijdelijke contracten’, schrijven de onderhandelaars.
Over de besteding van dat geld worden nog nadere afspraken gemaakt. Het gaat bijvoorbeeld om verlenging van tijdelijke contracten van onderzoekers, promovendi en docenten, maar ook van het ondersteunende personeel dat hen bij hun werkzaamheden helpt.
Ombudspersoon
Er is ook afgesproken dat alle universiteiten een ombudspersoon (of: ombudsfunctie) gaan invoeren, waar medewerkers terechtkunnen als ze een conflict hebben. Over ruim een jaar zou het bij alle universiteiten zover moeten zijn.
Uiterlijk 5 juni moet bekend zijn of de werkgevers (verenigd in de VSNU) en de leden van de vakbonden (FNV, CNV Overheid, AOb en AC/FBZ) instemmen met het akkoord.