Daarom gaat de Plant Sciences Group met het bedrijfsleven de voorwaarden onderzoeken voor een klimaat-bestendige akkerbouw.
Het project ‘Klimaatadaptie Open Teelten’ wil de risico’s op opbrengstderving door extreme weersomstandigheden in de akkerbouw verkleinen. Daarbij kijken de onderzoekers de komende vier jaar naar bodemkwaliteit, teeltmaatregelen, opheffen van ondergrondverdichting en slimmer en beter beregenen.
De weersextremen nemen toe als gevolg van de klimaatverandering. Centraal in de klimaat-bestendige akkerbouw staat daarom het waterbeheer. WUR gaat samen met de Stichting Proefbedrijven Noordelijke Akkerbouw (SPNA) de beschikbaarheid van water gedurende de aardappelteelt in Noord-Nederland in kaart brengen.
Stresstest
Ook gaat het project meerdere gewassen in meerdere regio’s op verschillende bodems in Nederland beoordelen met een stresstest. Deze test is ontwikkeld in een eerder project van WUR. Vervolgens verkennen de onderzoekers welke adaptatiemaatregelen de akkerbouwers kunnen doorvoeren.
Daarbij kijken de onderzoekers onder meer naar de bodemkwaliteit. Veel landbouwpercelen hebben last van ondergrondverdichting. Een door zware tractoren dichtgereden grond neemt tijdens regenbuien minder water op, omdat de infiltratiecapaciteit verminderd is.
Er komen beregeningsproeven met bronwater, oppervlaktewater, kraanwater en water met toegevoegde mineralen
Dat kan leiden tot natschade aan de gewassen. Daarnaast is er in droge perioden minder water beschikbaar, omdat de capillaire werking en worteldiepte van de gewassen verminderd zijn door de verdichte laag. De onderzoekers gaan tests doen met groenbemesters en gaten boren in bodems om de bodemverdichting te verminderen.
Vocht meten
In een deelproject zoomen de onderzoekers specifiek in op de aardappelteelt. Het project maakt gebruik van akkerbouwers in Noord-Nederland die reeds klimaatadaptatiemaatregelen hebben ingevoerd. Op de percelen van deze boeren worden vochtmetingen verricht, net als bij een ‘controlegroep’ van boeren en percelen zonder klimaatmaatregelen. Hierbij kijken de onderzoekers bijvoorbeeld of breedspoor rijpaden en niet-kerende grondbewerking (tegen bodemverdichting) tot minder droge bodems leiden. Ook worden de gewasgroei, weers- en bodemgegevens gemeten gedurende het groeiseizoen.
Voorts gaan deelnemende akkerbouwers beregeningsproeven uitvoeren, waarbij water uit verschillende bronnen (bronwater, oppervlaktewater, kraanwater en water met toegevoegde mineralen) wordt vergeleken. Ook wil het project nagaan hoe akkerbouwers in het buitenland zuinig omgaan met water en of die methodes zijn toe te passen in Nederland.
Het onderzoek is een initiatief van de Brancheorganisatie Akkerbouw en het bedrijf Agrifirm. Naast WUR nemen SPNA en adviesbureau Delphy deel aan het project als kennispartner. De deelnemers hebben een budget van 1,4 miljoen euro.