Tot dusverre onderzoeken eco-toxicologen de effecten van pesticiden op het bodemleven, beoordelen milieukundigen de effecten ervan op plant en dier en gaan medische wetenschappers en toxicologen de effecten van bestrijdingsmiddelen op onze gezondheid na. Meestal gaat het om laboratoriumstudies of epidemiologisch onderzoek. De uitkomsten voeden een model dat de gezondheidsrisico’s berekent. Die modellen zijn onderhand zo’n dertig jaar oud, zegt Violette Geissen, hoogleraar bij Bodemfysica en Landbeheer.
Geissen wil met een nieuwe methode de daadwerkelijke gezondheidsrisico’s van pesticiden bij mens, dier, plant en bodemleven vaststellen. Daartoe heeft zij een multidisciplinair team van 28 instellingen uit tien EU-landen bij elkaar gebracht. Die gaan de komende vijf jaar het project ‘Sustainable Plant Protection Transition – A global health approach’ (Sprint) uitvoeren. Het onderzoek is net goedgekeurd en start in september dit jaar.
Gezondheid
Sprint kiest voor een global health-benadering door het reële pesticidegebruik in tien Europese regio’s te meten en de effecten daarvan op de gezondheid van ecosystemen, voedselproducten en mensen. Met behulp van (eco)toxicologische tests hopen de onderzoekers de effecten van cocktails van pesticiden in beeld te krijgen.
In Europa komen zo’n tweeduizend verschillende pesticiden voor. Geissen: ‘Wij willen de effecten gaan meten van pesticidecocktails zoals die daadwerkelijk voorkomen in de voedselketen. Zo willen we een goed beeld krijgen van residuen van pesticiden in de eco- en voedselsystemen in Europa.’
Holistische aanpak
In Nederland gaat de groep van Geissen onderzoek doen bij tien reguliere en tien biologische boeren. Daarbij gaat het om aardappeltelers en melkveehouders, hoofdzakelijk in de provincie Groningen. De bodemkundige groep van Geissen werkt daarbij samen met bijen- en dieronderzoekers van WUR en met Wageningen Food Safety Research. Het humane gezondheidsonderzoek in dit project wordt gecoördineerd door de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Het EU-project hoopt een bijdrage te leveren aan nieuwe richtlijnen van de EFSA, de Europese autoriteit voor voedselveiligheid. Geissen: ‘Misschien leidt onze holistische aanpak ertoe dat EFSA de veiligheidsvoorschriften kan verbeteren.’