Knaagdieren kunnen zoönosen verspreiden, infecties die van dier op mens kunnen worden overgedragen. Krijger onderzocht knaagdieren die waren gevangen op en rond boerderijen, hoofdzakelijk bij varkenshouders. Ze vond de bacterie Leptospira, die de Ziekte van Weil bij mensen kan veroorzaken; de parasiet Toxoplasma gondii – ook wel de ‘kattenbak-parasiet’ genoemd – die gevaarlijk is voor zwangere vrouwen; en de darmbacterie Clostridium difficile, die tot ernstige diarree leidt. Krijger vermoedt dat de ratten en muizen nog meer potentiële ziektes dragen, maar die heeft ze niet getest.
Slachtlijn
De toxoplasma-parasiet kwam aan het licht in een slachtlijn van de vleesproducent Vion. Toen de aangeleverde varkens op gezondheid en ziekteverwekkers werden getest, bleek een aantal varkens antilichamen tegen toxoplasma te hebben. Die varkens waren te herleiden tot de boerderijen waar ze vandaan kwamen. Krijger onderzocht daarna de omstandigheden op vijf besmette en vijf schone varkensbedrijven. Ze ving ratten en muizen op en rond de bedrijven om te zien of deze dieren besmet waren met de parasiet. Tot haar verrassing bleek dat niet het geval.
Recreatiegebied
Later ontdekte ze de vermoedelijke oorzaak. Ze testte namelijk ook ratten uit Texel, die wel geïnfecteerd waren met toxoplasma. Die ratten waren gevangen in een recreatiegebied waar problemen waren met zwerfkatten. ‘Ratten kunnen drager zijn, maar katten zijn de eindgastheer van toxoplasma. Dat wil zeggen dat een kat als enige de parasiet uitpoept en zo kan verspreiden.’ Ze was op de varkensbedrijven geen katten tegengekomen. ‘Waarschijnlijk waren de varkens bij een toeleverend bedrijf met katten besmet geraakt met toxoplasma.’
Urine
Van de bacterie Leptospira, die bij mensen hoge koorts, braken en nierontsteking kan veroorzaken, was al bekend dat deze veel bij bruine ratten voorkomt. Krijger vond de bacterie echter ook bij andere ratten en muizensoorten. De bacterie verspreidt zich via de urine van de knaagdieren en via drinkwater van het vee. De leptospira was wijder verspreid op de boerderij dan de onderzoekers hadden verwacht. Van de Clostridium, bekend als ziekenhuisbacterie, vond Krijger een bacterietype in de knaagdieren dat nog niet eerder beschreven was bij de mens. Ze weet echter niet of de ziekteoverdracht van knaagdieren toeneemt – ‘daar zijn geen gegevens over’.
Preventie
Toch denkt ze dat meer preventie belangrijk is. ‘Overal waar mensen zijn, zijn ook muizen en ratten. Bestrijding ervan moet ervoor zorgen dat ze geen plaag worden.’ Over het algemeen zijn er drie bestrijdingsmethodes: vallen, gif of natuurlijke vijanden. Daarbij is kennis over het gedrag van de knaagdieren van groot belang. ‘Je moet weten waar de muizen en ratten zich thuis voelen, want daar zullen ze langer verblijven. Ze eten het liefste dicht bij hun nest of hol, dus daar kun je het beste een klem zetten. Maar wellicht kunnen boeren, om een plaag te voorkomen, ook roofvogels zoals uilen inzetten.’