Onderzoekers van WUR gaan satellietbeelden inzetten om zeeschepen op te sporen die te smerige brandstof gebruiken.
De internationale scheepvaart is een erkende producent van vervuilende afvalstoffen. De zware scheepsmotoren stoten veel zwavel- en stikstofoxiden uit. Om daar paal en perk aan te stellen zijn de regels in de loop van de tijd al flink aangescherpt. Met ingang van dit jaar mag bijvoorbeeld het maximale zwavelgehalte nog maar 0,5 procent bevatten. Op de Noordzee geldt een nog strengere norm van 0,1 procent. Maar hoe controleer je dat?
Logboeken
Tot nu toe gaat dat nog steekproefsgewijs, legt natuur- en milieukundige Folkerts Boersma (Meteorologie en Luchtkwaliteit) uit. ‘In de haven van Rotterdam bijvoorbeeld, worden schepen doorgelicht op basis monstername en de logboeken over brandstofgebruik. Maar dat is enorm arbeidsintensief en je kunt zo maar weinig schepen controleren. Ik denk dat nog geen 1 procent van de schepen aan de beurt komt.’
Op een retourtje Rotterdam-China kun je zo een miljoen euro uitsparen als je je niet aan de brandstofregels houdt
Folkert Boersma
Voor reders loont het om de boel te flessen. ‘Op een retourtje Rotterdam-China kun je zo een miljoen euro uitsparen als je je niet aan de brandstofregels houdt’, zegt Boersma. En dus loont het ook om stevig te handhaven. De pakkans moet omhoog, vindt de Inspectie Leefomgeving en Transport. Met de inzet van satellieten denken Boersma en collega’s van de Universiteit Leiden dat dat mogelijk is.
Boersma liet vijf jaar geleden al zien hoe je met beelden van de Nederlandse OMI-satelliet het verkeer op zee kunt volgen aan de hand van de uitstoot van stikstofoxiden. Destijds was de resolutie (1 pixel: 13×24 km2) nog onvoldoende om individuele schepen te ‘zien’. Met beelden van de nieuwe Nederlandse TROPOMI-satelliet (1 pixel: 3,5×5,5 km2) komt hij aardig in de buurt. Zeker omdat hij nu ook over gedetailleerde gegevens kan beschikken over de positie van schepen.
Heterdaad
De koppeling van beide informatiebronnen moet de klus klaren. Boersma: ‘Doordat je de positie en de snelheid van de schepen weet, kun je aan de hand van de route van een rookpluim vrij zeker zeggen: dit schip produceert veel vervuiling.’ Dat is overigens nog geen heterdaadje. Daarvoor is inspectie aan boord nodig. De methode moet de ‘steekproef’ efficiënter
Dit is de simpele versie. In de praktijk is veel onderzoek nodig om de juiste conclusies te trekken uit de stroom aan data. Rookpluimen zijn als gevolg van het weer voortdurend in beweging. Schadelijke stoffen verspreiden zich daardoor. WUR levert de expertise om de beelden te interpreteren en de uitstoot te modelleren. Leiden levert de algoritmes om de vervuiling te koppelen aan individuele schepen. Op beide plekken gaat een promovendus aan de slag.