tekst: Geert van Zandbrink
In hoeverre verschilt het Lebo-leven van dat van een student biotechnologie, milieuwetenschappen of ruimtelijke planning? In deze fase van zijn studie krijgt blogger Geert van Zandbrink de kans om dat te ontdekken. Daarbij onderneemt hij ook nog eens zijn eerste excursie ooit: ‘Laarzen en afritsbroek aan, en gáán!’
In het derde jaar van mijn opleiding Economie en Beleid begint het curriculum langzaamaan compleet te raken. Ik plan een minor, ruimte voor de thesis en de laatste keuzevakken. Daarnaast is het voor mijn bachelor verplicht om twee ‘natural science’ vakken te kiezen. Dat wil zeggen: vakken die worden gegeven aan studenten van opleidingen die niet op de Leeuwenborch worden gegeven. De keuze is reuze, als je het maar kan linken aan je eigen opleiding.
Het is de uitgelezen kans om rond te neuzen in de wereld van de earth & life sciences, waar je als Lebo-student normaal gesproken nooit komt. En daarmee is het ook de perfecte mogelijkheid om aan den lijve te ondervinden in hoeverre het Lebo-leven verschilt van het leven van een student biotechnologie, milieuwetenschappen of ruimtelijke planning.
Deze periode is het dan zo ver: ik maak kennis met de wereld van geo-informatie, een introductievak dat veel WUR-studenten jaarlijks volgen. Zo word ik direct voorgesteld aan het concept van hele dagen practicum en meteen in de eerste week was het ook nog eens tijd voor een primeur: mijn eerste excursie ooit, met als bestemming de campus van de WUR. Laarzen en afritsbroek aan en gáán.
In mijn eerste week word ik direct voorgesteld aan het concept van hele dagen practicum
Alle gekheid op een stokje, het is daadwerkelijk heel anders dan de vakken die ik gewend ben van mijn opleiding. De instructies van het vak zijn uitgebreid voorbereid, wat betekent dat er minder ruimte is voor je eigen input en creativiteit. Je volgt een stappenplan om de vaardigheden onder de knie te krijgen en de theorie reproduceer je – vrij droog – op een tentamen.
Wat betreft planning zit het verschil grotendeels in de contacturen. Op de Leeuwenborch heb je simpelweg weinig colleges, tutorials en practica, terwijl ik nu van negen tot vijf aanwezig moet zijn. Dat betekent niet dat Lebo-vakken per definitie minder van je vragen, want er wordt verwacht dat je in al die uren zelfstudie artikelen en achtergrondliteratuur leest. Of je dat ook echt doet, is een andere vraag.
Kortom, een Lebo-leven heeft vooral veel meer mogelijkheden om zelf je dagen in te richten, terwijl dat in de wereld van earth & life sciences voor jou wordt gedaan. Dat brengt zowel mogelijkheden als valkuilen met zich mee, wat het makkelijk maakt om een stigma te creëren over de luiheid van ‘Lebolife’. Een stigma dat niet volledig juist is, maar ook niet uit de lucht komt vallen.
Geert van Zandbrink studeert Economie en Beleid.