Simon Groot, groentezaadveredelaar uit Enkhuizen en winnaar van de World Food Prize, was vandaag te gast bij WUR. In ontmoetingscentrum Impulse legde hij voor ruim 200 aanwezigen uit hoe zijn bedrijf East-West Seed het belangrijkste veredelingsbedrijf van Zuidoost-Azië werd.
In oktober 2019 kreeg Simon Groot de ‘Nobelprijs voor voedsel’, zoals de World Food Prize ook wel wordt genoemd. De 84-jarige veredelaar richtte in 1982 het bedrijf East-West Seed op en bezorgde miljoenen kleine boeren in Azië daarmee toegang tot beter groentezaad dat is aangepast aan de lokale teeltomstandigheden.
Adviseurs
Bij de opbouw van zijn bedrijf – nu vijfduizend medewerkers – werkte Groot samen met tientallen Wageningse onderzoekers voor onderzoek en training en nam hij honderden Wageningse afgestudeerden aan. Zonder de Wageningse adviseurs en trainers was het niet gelukt, vertelde hij op 9 januari in Impulse.
Je moet de mind-set en drijfveren van de boeren kennen, die vertellen ze je niet, die moet je uitzoeken
Visie
Maar bepalend voor het succes van Groot was zijn bedrijfsvisie. East-West Seed wilde groentezaden ontwikkelen in Indonesië, Thailand en de Filippijnen; landen zonder internationale veredelingsbedrijven in 1982. Groot kwam dan ook niet in de eerste plaats groentezaden verkopen, maar onderzoek doen: welke groenten at de bevolking, welke planteneigenschappen moesten beter en wat wilden de boeren? ‘Je moet de mind-set en drijfveren van de boeren kennen’, vertelde Groot. ‘Die vertellen ze je niet, die moet je uitzoeken. Dan moet je de groenten verbeteren en die innovaties leg je dan weer voor aan de boeren, of ze het wat vinden.’
Marktontwikkeling
Mede daarom investeert East-West Seed ook in kennisopbouw bij boeren – het bedrijf heeft eigen landbouwvoorlichters – en marktontwikkelingsprogramma’s, aldus Groot. ‘Wij hebben drie ontwikkelingsprogramma’s: van mensen, van markten en van zaden. We moeten boeren helpen om zich te ontwikkelen.’
Afrika
East-West Seed wil zich nu ook vestigen in Afrika. ‘Afrika staat op het punt om een groentezadenmarkt te ontwikkelen’, stelde Groot. Wat zijn de belangrijkste uitdagingen in Afrika? ‘De boeren hebben weinig kennis over hoe ze groenten moeten telen. Bovendien kampen ze met uitgeputte bodems.’ Maar Groot ziet kansen om bijvoorbeeld geschikte tomaten- en okrarassen te ontwikkelen in Afrika. Daarbij wil Groot best samenwerken met niet-gouvernementele organisaties, maar alleen als die de lokale situatie goed kennen. En hij heeft ook nog een advies voor WUR. ‘Investeer in kennis over marktontwikkeling. Marktontwikkeling is essentieel om impact te hebben als wetenschapper.’