‘Dit kan niet waar zijn’ was het eerste dat Joost Jongerden dacht toen hij hoorde dat de Amerikaanse president Trump zijn troepen uit het noorden van Syrië ging terugtrekken. ‘Vervolgens dacht ik: hij wordt nog wel teruggefloten door het Pentagon of het congres. Maar nee dus.’ Turkije reageerde bliksemsnel en viel Noord-Syrië binnen om de Koerden uit de grensstreek te verjagen. Jongerden, universitair hoofddocent bij de leerstoelgroep Rurale Sociologie, zag het met lede ogen aan. Al sinds begin jaren negentig is hij intensief bij de Koerden en de ontwikkelingen in de regio betrokken. Hij promoveerde in 2007 op een studie naar de gedwongen migratie van Koerden in Oost-Turkije. Zijn partner is een Koerdische en hij komt regelmatig in de Koerdische gebieden in Turkije.
Wat is de kern van de Koerdische kwestie?
‘Die gaat terug tot de tijd waarin het Ottomaanse Rijk uiteenviel en er uit de restanten van dat rijk natiestaten ontstonden. Het Ottomaanse Rijk was een uitermate divers geheel van bevolkingsgroepen. Staatspolitiek was niet gebaseerd op culturele of etnische identiteit. Met de vorming van natiestaten zien we een bestuurlijk bestel ontstaan dat een specifieke identiteitspolitiek voert. Heel nadrukkelijk zie je dat in Turkije. In de in 1923 opgerichte republiek is staatsburgerschap gekoppeld aan de Turkse identiteit. Daarmee ontstond de kiem voor de Koerdische kwestie. Uitdrukking geven aan de Koerdische identiteit werd door de Turkse overheid beschouwd als een existentiële dreiging. Het Koerdische oosten van Turkije is bijna voortdurend onder een uitzonderingstoestand geregeerd en er was sprake van een strikte assimilatiepolitiek; Koerden werden gedwongen te verhuizen naar steden elders in het land. Dat is de achtergrond van het geweld.’
In Turkije hebben de Koerden geen autonomie. In Syrië en Irak wel. Hoe zit dat?
‘Die autonomie is ontstaan in de context van oorlog. De VN heeft na de Golfoorlog in 1991 in het noorden van Irak een no-flyzone afgekondigd. In de schaduw daarvan is autonomie ontstaan, die in 2005 is geformaliseerd in de grondwet. De centrale regering in Irak heeft die ontstane situatie schoorvoetend geaccepteerd. Maar blijft dat zo? Het autonome Rojava in Noord-Syrië is ontstaan in de context van de oorlog in Syrië. In 2012 is in diverse regio’s en steden in het gebied autonomie tot stand gekomen, door het opzetten van allerlei vormen van lokaal zelfbestuur.’
Waar bestaat dat zelfbestuur uit?
‘Lokaal en regionaal is zijn raden opgezet dat het dagelijks leven proberen te organiseren. Die raden zorgen ervoor dat mensen toegang hebben tot onder andere voedsel, energie en onderwijs. Er wordt geprobeerd vormen van ongelijkheid, zoals gender- of etnische ongelijkheid, te adresseren in een nieuwe vorm van bestuur. Ik noem dat do it yourself development. Voor mij als ontwikkelingssocioloog is dat een heel interessant fenomeen. Hoe zorg je dat zulk bestuur dicht bij mensen staat? Hoe organiseer je de economie? Rojava is een mooi voorbeeld van hoe mensen dat met elkaar proberen te doen. Ik ben daarbij met name geïnteresseerd in de organisatie van de landbouw. In Rojava zijn de Koerden er in een context van continue oorlog en dreiging in geslaagd een landbouwsysteem op te zetten dat de eigen bevolking weet te voeden en overschotten oplevert voor export.’
Hoe is dat gelukt?
‘Het land is heel vruchtbaar. Onder het Syrische bewind lag de nadruk op monocultuur. Je had gebieden met voornamelijk katoenteelt, tarwe of olijven. Na de implosie van het centrale regiem zijn de boeren de productie gaan diversifiëren. Dat was ook logisch, want het gebied was geïsoleerd door de omringende oorlogen. Voedsel moest dus zelf worden geproduceerd. Diverse productie, lokale markten en een eerlijke prijs werden de leidende principes van de landbouw. Daarbij werd de diversiteit van de bevolking gekoesterd en gehandhaafd. Rojava is het enige niet-sektarisch georganiseerde gebied in deze regio.’
Wat kan Europa doen om de Koerden in Noord-Syrië te helpen?
‘Er kan een hoop, als er maar politieke wil is. Je kunt Turkije met economische sancties onder druk zetten om de invasie te staken. De economie is de achilleshiel van Erdogan. Maar je kunt ook reflectiever naar die vraag kijken. Wat hebben wij gedaan dat dit mogelijk werd? Turkije is begin 2018 Afrin binnengevallen, een deel van Rojava in het uiterste westen van Noord-Syrië. De inval is gevolgd door een etnische zuivering. De internationale gemeenschap is terughoudend geweest om dat te veroordelen. Wat we nu zien, is een opschaling van wat toen heeft plaatsgevonden. We waren dus gewaarschuwd.’
Hoe gaat dit aflopen?
‘Het lijkt erop dat Poetin nu de dealmaker is. We weten niet hoe hij zijn geopolitieke spel speelt. De VS is verzwakt in de regio en de reputatie van de Amerikanen heeft grote schade opgelopen. Turkije is eigengereid, maar zonder veel internationale steun, en Assad lijkt zijn positie te versterken. Zonder zicht op een politieke oplossing lijkt het geweld voorlopig niet ten einde.’
Kan het zich ten goede keren?
‘Er is veel menselijk leed toegebracht. Dat is niet omkeerbaar. Turkije heeft nu voet aan de grond in een klein deel van Rojava. De vraag is of ze het bezet kunnen houden. De bezetting is niet onherroepelijk en elders functioneert het democratisch zelfbestuur nog steeds. Sancties kunnen helpen om Turkije te dwingen zich terug te trekken. Als er maar politieke wil is.’