Nederlandse melkveehouders kunnen hun stikstofemissie met 25 tot 40 procent verlagen, zonder dat het hen geld kost. Dat stelde de Wageningse veehouderijonderzoeker Gerard Migchels vandaag tijdens het stikstof-debat van Resource.
Bij de Proeftuin Veenweiden realiseerden de deelnemende melkveebedrijven in vier jaar tijd een ammoniakreductie van 25 procent, vertelde Migchels. Belangrijkste maatregelen: koeien kregen meer weidegang en de boeren verdunden de mest voor het uitrijden met water. De stikstofreductie nam verder toe bij boeren die de koeien eiwitarm voer gaven en minder kalveren aanhielden. De maatregelen leverden onderaan de streep ook nog een klein inkomensvoordeel op. ‘De boeren kunnen een groot deel van het ammoniakprobleem oplossen met vakmanschap’, concludeerde Migchels. Eerder praktijkonderzoek van Migchels in Overijssel bij melkveehouders rond Natura 2000-gebieden kwam op vergelijkbare resultaten uit. Deze praktijkproeven zijn alleen nooit vertaald naar adviezen en richtlijnen voor alle Nederlandse melkveehouders, constateert Migchels.
Onvoldoende houvast
Migchels signaleerde ook dat boeren onvoldoende houvast hebben over welke stikstofwinst ze nog moeten of kunnen boeken met hun bedrijf. ‘Er zijn collectieve afspraken gemaakt over stikstofreductie, maar die afspraken zijn niet vertaald naar individuele bedrijven.’ Boeren kunnen hun ammoniakemissie inmiddels meten met sensoren en de Kringloopwijzer. Door hun bedrijfsgegevens te combineren met gegevens van de melkfabriek en voerleverancier, zijn de stikstofverliezen op het bedrijf goed in te schatten en te minimaliseren. Op die manier kunnen boeren hun ammoniakprestaties aantonen bij de overheid. Dat is relevant met het oog op de ‘gele diensten’ die Migchels voorziet, waarbij de overheid boeren beloont voor het voortvarend terugdringen van de ammoniakemissie. ‘De aanpak met de wortel in plaats van de stok. Dat lijkt me een slimmere uitgave dan voor veel geld boerderijen bij natuurgebieden uitkopen.’
Langere termijn
Om op lange termijn de stikstofuitstoot verder omlaag te brengen, moet Nederland de drijfmest uitbannen en de poep en urine van het vee apart opvangen, stelde Migchels. Dat levert een ammoniakbesparing van 30 procent op. Dit is wel een kostbare maatregel, voegt Migchels toe, want dan moeten de boeren hun stal aanpassen.
Extensiveren
Net als Migchels sprak ook de Wageningse stikstofhoogleraar Wim de Vries zich tijdens het Resource-debat uit als voorstander van kringlooplandbouw, waarbij de ammoniakemissies dalen via minder krachtvoer en beter mineralenmanagement. Maar als we de mineralenkringloop in Nederland willen sluiten, dan moet de veestapel terug.’ Ook Migchels houdt rekening met een afname van de veestapel. ‘Rond de Natura 2000-gebieden is alleen nog ruimte voor extensieve en natuurinclusieve veehouders; in de provincie Overijssel is dat al beleid. Dat betekent in de praktijk dat boeren in die gebieden extensiveren, dus minder vee per hectare houden, maar ook lagere kosten hebben.’
Wakker liggen
Beide sprekers waren van mening dat het stikstofprobleem in de melkveehouderij goed is op te lossen. Ze maakten zich meer zorgen over de klimaatopgave. Migchels: ‘Ik lig niet wakker van stikstof, maar van methaan.’ De Vries: ‘Mee eens, klimaat wordt het grote issue. Neem het Groene Hart. Om de forse CO2-uitstoot uit het oxiderende veen te beperken, heeft het waterschap haar oude beleid – waterpeil volgt functie – ingeruild voor een nieuw beleid: functie volgt waterpeil. Dat betekent dat de landbouw zich moet aanpassen. We hebben integraal beleid nodig, dat zowel de stikstof- als de klimaatopgave oplost.’