tekst: Inge Corino
Wie? Ben Excell (25), masterstudent Biotechnologie
Wat? Onderzoeksstage Plantenwetenschappen, University of Oxford
Waar? Oxford, Verenigd Koninkrijk
Keihard werken in een prachtig decor
‘Werken en wonen bij de universiteit van Oxford is een surrealistische ervaring. Het was net alsof ik zes maanden lang op Zweinstein werkte. Sommige scènes van de Harry Potter-films zijn ook echt opgenomen in de bibliotheek waar ik vaak studeerde. Elke dag wandelde ik tussen prachtige gebouwen waarvan sommige bijna 1000 jaar oud zijn, terwijl studenten in gewaden langs slenterden.
Vlinderdassen en butlers
Oxford staat bekend om zijn bizarre tradities en enorme rijkdom, die zich vaak vertalen in overdreven formaliteiten en extravagantie. Voltijdstudenten worden door de universiteit verdeeld over sociale groepen die colleges heten. Ik heb verschillende diners van een college bijgewoond. Je kunt er alleen naartoe als je bent uitgenodigd door een lid. Je naam moet op een lijst staan. Aankomen in spijkerbroek en een hoodie is geen optie. Zonder smoking en vlinderdas mag je er niet in. Al dat gedoe, alleen om met vrienden te eten. Een andere keer organiseerde mijn lab een informeel kerstfeest. Butlers schonken ons de hele nacht wijn en een eerste editie van Jane Austen stond nonchalant op een van de boekenplanken in de gehuurde ruimte.
Daklozenprobleem
De universiteit lijkt de stad te bezitten, want overal waar je komt herinnert er wel iets aan de instelling. Er zijn echter grote tegenstellingen in de stad. Oxford heeft een enorm daklozenprobleem. Tegelijkertijd is de University of Oxford een van de rijkste universiteiten ter wereld. Het is pijnlijk om in vol ornaat na een formeel diner langs de vele daklozen naar huis te lopen, wetend dat de chique maaltijd volledig vanuit universitaire fondsen is betaald.
Ik werkte in een laboratorium van Plantenwetenschappen. Samenwerken met de academische elite daar was inspirerend, maar het was ook een harde omgeving. Het gebouw was 24 uur, 7 dagen per week geopend en ik kon zelfstandig aan mijn project werken. Op het laatst bracht ik het grootste deel van mijn dagen in het lab door, soms tot 20 uur per dag. Niemand heeft me daartoe gedwongen, de druk was gewoon zo intens. Alle anderen deden hetzelfde. Er was ook niet echt iemand die controleerde of het goed met me ging. Uiteindelijk was het schema niet geweldig voor mijn gezondheid, fysiek en mentaal.
Het was een voorrecht dat ik kon werken aan een universiteit met zo veel geschiedenis en in de voetsporen kon treden van Britse beroemdheden. Terugkijkend denk ik echter dat ik me te veel heb laten leiden door het prestige van Oxford. Ik maakte mee waar veel mensen van dromen, maar het werd uiteindelijk gewoon mijn alledaagse werkelijkheid.’