Foto: Shutterstock Alle rookruimtes in de Nederlandse horeca moeten per direct dicht, besloot de Hoge Raad op 27 september. Studentenverenigingen worden opgezadeld met een lastige kwestie: binnen roken mag niet meer, buiten roken veroorzaakt overlast.
‘Er wordt misschien minder gerookt dan een paar jaar geleden’, constateert KSV Franciscus-voorzitter Amber Laan, ‘maar het gebeurt zeker nog veel.’ Vooral tijdens open feesten is het druk in de rookruimte van de vereniging. Door de uitspraak van de Hoge Raad zijn rookruimtes in de horeca – en dus ook bij studentenverenigingen – per direct verboden.
Er wordt overigens niet per direct gecontroleerd, legt Iris van Noort van de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV) uit. ‘Het is nu aan de NVWA en het ministerie van Volksgezondheid om een plan te maken voor de handhaving van het verbod. Dat plan volgt later deze maand, uiterlijk 18 oktober. Tot die tijd geldt het verbod al wel, maar wordt er nog niet gecontroleerd en worden er dus ook geen boetes uitgedeeld. Maar dit neemt niet weg dat er per direct actie moet worden ondernomen om een ander beleid op het gebied van rookruimtes te voeren.’
Overlast
Van Noort vindt het een mooi streven om naar een rookvrije generatie toe te werken. ‘Maar dit besluit brengt verenigingen wel in een lastig parket. Als mensen niet binnen kunnen roken, doen ze het wel buiten, en daar zorgt het voor overlast.’ Roken in buitenruimtes zoals op dakterrassen en balkons is nog wél toegestaan. ‘Ook dat kan geluidsoverlast veroorzaken, net als buiten het pand roken. Maar je kunt leden niet verbieden om naar buiten te gaan.’
De LKvV raadt verenigingen aan met gemeentes in gesprek te gaan en samen te kijken hoe het verbod zo goed mogelijk kan worden vormgegeven. ‘Uiteindelijk zijn het de gemeentes die gaan handhaven. Goed contact is dus nodig om er samen het beste van te maken.’
Dat contact hebben Wageningse verenigingen inmiddels al gelegd, vertelt vicevoorzitter van KSV Franciscus Noëlle Dielissen. ‘Op dit moment wacht de gemeente op meer concrete informatie vanuit Den Haag. In de loop van deze maand wordt er meer duidelijk, als het plan van het ministerie en de NVWA er ligt.’