De bodem heeft een goede ambassadeur gevonden in Gerlinde De Deyn. Met niet aflatend enthousiasme ontrafelt ze de ondergrondse wonderen en draagt ze het verhaal daarover uit. Het leverde haar onlangs de Amerikaanse GroundBreaker Prize op. ‘De volgende generatie moet het doen met wat wij achterlaten. De bodem is de basis.’
Energiek is een woord dat plakt aan bodemecoloog Gerlinde De Deyn. Blij ook, en opgewekt. Ze lacht veel en graag, vindt de dingen vaak ‘fantastisch’ of ‘plezant’. Ze praat snel en met een onvervalst Vlaams accent. Lees dat er vooral bij in dit verhaal. Awel, zullen we dan maar?
De betekenis van de bodem voor de wereld moet al vroeg in het onderwijs in beeld komen
Op een chique bijeenkomst van FoodShot Global, een club van voornamelijk Amerikaanse investeerders, nam Gerlinde De Deyn begin juni in New York de allereerste GroundBreaker Prize in ontvangst. De prijs, een kwart miljoen dollar, beloont vernieuwend onderzoek op het gebied van de verduurzaming van de voedselketen. Daarmee is feitelijk de kern van De Deyns onderzoek samengevat. Zij onderzoekt hoe planten en bodems fysisch, chemisch en biologisch op elkaar inwerken. En hoe je die kennis kunt benutten om de gezondheid van beide te verbeteren. Bijvoorbeeld door koppels van planten in rijtjes naast elkaar te laten groeien, zodat ze elkaar versterken in het benutten van nutriënten uit de bodem en minder kwetsbaar zijn voor ziekte.
Niet-alledaags gezin
De GroundBreaker Prize is niet de eerste prijs die De Deyn binnensleept. ‘Dat was een posterprijs die ik won in 1999 op een congres over biologische bestrijding in Swansea. Dat was nog vóór mijn PhD. Op mijn tweede congres ooit. Dat was al fantastisch. Won ik een veel te groot poloshirt. Die hadden natuurlijk op een grote kerel gerekend.’ De Deyn kreeg beurzen van de EU (Marie Curie), de NWO (Talentbeurs, Aspasia en Vidi) en is in de race voor een Vici. O ja, herinnert ze zich ineens: ‘Op de kleuterschool kreeg ik ook een prijsje voor de mooiste tekening van een geitje.’ Ze lacht er hard om.
De Deyn werd 43 jaar geleden geboren in het Belgische Aalst als middelste kind in een gezin van drie. Een ‘niet-alledaags gezin’, noemt ze het zelf. ‘Ik heb een zus die twintig maanden ouder is en een broer die vier jaar jonger is. Mijn ouders scheidden toen ik zes was. We zijn alledrie bij ons pa gebleven. Pa was leraar aan de openbare middelbare school, waar wij ook op zaten. Hij is later hertrouwd met een man. Ons ma was onderwijzeres. Om de week of paar weken waren we een weekeinde bij haar. Door die situatie thuis ben ik vrij jong al met een breed scala aan mensen in contact gekomen.
Het is een fantastisch geluk dat ik heb, die aangeboren nieuwsgierigheid en verwondering
Geen mensen uit de academische wereld overigens, behalve een kozijn (neef, RK) van ons pa, die werkte aan de ziekte van Alzheimer. Hij was ook bij mijn inauguratie. Dat was fantastisch, ik had hem in geen dertig jaar gezien.’
Tof wereldje
De Deyn koos voor de studie Bio-engineering in Gent, nadat weer een andere neef haar daarvoor enthousiast had gemaakt. Maar de echte vonk voor de wetenschap sprong pas later over. ‘Een paar weken voor mijn afstuderen was er een vacature voor een onderzoeker op een project met biologische bestrijding van aaltjes. Eén van de profs polste of dat iets voor mij was. Mijn reactie was: hmm, dat klinkt wel interessant, en in de tussentijd zoek ik dan naar een echte job. Dat klinkt nog niet echt bevlogen, hè? Ik vond het werk allemaal wel tof, experimenten doen en zo, maar ik miste nog wat. Twee maanden later was er een congres in Schotland. De professor wilde dat we daar als onderzoekers naartoe gingen. En hij zei: “Ik wil u daar niet teveel samen zien”. Dat zinnetje bleef hangen, waardoor ik op het congres met topwetenschappers uit het veld ging spreken. Die kon ik zomaar vragen stellen en ze antwoordden ook nog. Toen realiseerde ik me: hoe mooi is dít. Al deze verschillende mensen, van verschillende leeftijden en uit verschillende landen, kunnen samen over iets spannends praten. Dit is een tof wereldje!’
Nederland was traditioneler dan ik dacht. Vooral dat strakke omgaan met de tijd was wennen
Via een Nederlandse vriend die vacatures opstuurde, kwam De Deyn als promovendus bij het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) in Heteren terecht. Ze werkte daar aan een groot biodiversiteitsproject met onder anderen Wim van der Putten, nu WUR-hoogleraar Nematologie. ‘Ik herinner me nog het jobinterview in het NIOO. Ik was een beetje overdressed. Het was zomer en ik zat daar in mijn mantelpakje. En Wim zat gewoon in zijn korte broek! We werkten ook met WUR samen. Zo leerde ik Wageningen voor het eerst kennen.’
Cultuurshock
Haar verhuizing naar Nederland, begin 2000, was een kleine cultuurshock voor De Deyn. ‘Nederland was veel traditioneler dan ik vooraf had gedacht. Vooral dat strakke omgaan met de tijd was wennen. Voor mijzelf is vrijheid heel belangrijk. Niet dat strakke, maar openstaan voor onverwachte dingen. In eerste instantie was het moeilijk voor mij. Ik heb me echt moeten aanpassen. Het heeft mij ook doen beseffen dat ik toch meer Belg ben dan ik dacht. In mijn eerste jaar heb ik zelfs een paar cd’s gekocht van Belgische zangers en zangeressen die in het Gents, Antwerps of Brussels zongen. Daar had ik behoefte aan. Heel bizar. Na mijn promotie heb ik een jaar met een NWO-Talentbeurs in Canada gewerkt en daarna drieënhalf jaar aan Lancaster University als postdoc. Daar miste ik ook een beetje mijn taal, of dat nu Vlaams of Nederlands is. Een van de fijne dingen van Nederland is dat ik de taal begrijp. Iedereen hoort natuurlijk dat ik Belgische ben. Ik vind dat wel grappig, dat ik een beetje verschil. In België ben ik ook maar gewoon een Belg, hè.’
Dadendrang
Bij de bodemgroep van WUR, waar De Deyn in 2011 als universitair docent binnenkwam, viel en valt de Vlaamse op door haar wetenschappelijke werk én haar vele nevenactiviteiten. Ze doorliep de tenure track snel – binnen zes jaar was ze persoonlijk hoogleraar –, werkte mee aan de eerste wereldatlas bodembiodiversiteit, is actief in het Gender Balance Committee en organiseert mede het Science Cafe Wageningen. Samen met microfotograaf Wim van Egmond maakt ze bovendien furore met timelapse-opnamen van het bodemleven, waarvan fragmenten het drie jaar geleden schopten tot de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Brazilië.
Gevraagd naar het waarom van haar dadendrang haalt De Deyn een cartoon aan van Gary Larson. ‘The Far Side, van dat kippetje en de straat, ken je die? Aan de overkant staat een bord met de tekst: The Other Side – Why do you need a reason? Waarom zou je niet oversteken? Wat heb je te verliezen? Je kunt er altijd iets van leren. Ik hou van dat gevoel. Er komt altijd van alles op mijn pad waarvan ik denk: o, tof. In veel gevallen word ik gevraagd – en ik zeg best wel eens nee, hoor! Het helpt natuurlijk dat ik geen gezin heb en niet op tijd thuis hoef te zijn. Bij mij is werktijd diffuus. Die extra dingen starten vaak klein en je hebt geen idee wat eruit gaat komen. Maar ik vind dat plezant en zie het niet als extra werk. Ik had in diezelfde tijd misschien meer wetenschappelijke papers kunnen publiceren. Maar word ik daar gelukkiger van?’
Verwondering
Daarbij komt dat De Deyn van nature optimistisch is. ‘Ik denk dat het aangeboren is. Als wij vroeger ergens naartoe zouden gaan, was mijn eerste vraag: wat kunnen we daar doen?! Mijn zusje vroeg: hoe ver is dat rijden?’ Ze lacht er hartelijk om. ‘Dat is een fantastisch geluk dat ik heb, die aangeboren nieuwsgierigheid en hang naar verwondering. Anders zou de wetenschap ook niks voor mij zijn. Maar er zit ook het besef achter dat de tijd die we hier zijn, beperkt is. Toen ik 16 was, ben ik mijn beste vriendin verloren door een verkeersongeluk. Daar heb ik het een tijd heel moeilijk mee gehad. Maar daar ontstond wel het besef dat ik blij ben dat ik er ben. Dat iedere dag kostbaar is en dat ik iets moet doen wat ik graag doe en wat hopelijk ook nuttig is voor de rest van de wereld.’
De Deyn deelt haar fascinatie voor het bodemverhaal graag en vaak met een breed publiek. Dat is nodig, vindt ze. ‘De bodem is cool’, roept ze bij de fotoshoot voor dit verhaal spontaan, terwijl ze met de grondboor in de weer is. Maar bij het grote publiek is die coole bodem nog zo onbekend. ‘En mensen geloven pas dingen als ze het zien. Die timelapsebeelden die we samen met Wim van Egmond maken, hebben iets te tónen. Mensen gaan daar verwonderd van geraken. Diezelfde verwondering die ik had toen ik de eerste keer wortelknobbelaaltjes door de microscoop zag. Wow, dat wist ik niet! En daar hoef je niet eens ver voor te reizen. Het ligt er gewoon. Maar als je het nooit tegenkomt, ga je het ook niet appreciëren. Het laten zien van de bodem en het leven daarin is zo belangrijk.’
Mindset veranderen
Als het aan De Deyn ligt, moet bodembiologie mainstream worden. ‘De betekenis daarvan voor de wereld, het klimaat en ons voedsel, moet al vroeg in het onderwijs in beeld komen. Ik heb zelf geen kinderen – wel heel toffe neefjes – maar de volgende generatie moet het wel doen met wat wij achterlaten. De bodem is de basis. Als je een heel voedselsysteem wilt veranderen, moet je beginnen bij de bodem. Als je het daar niet op een rijtje hebt, kun je nooit bereiken wat je wilt. Ik hoop dat we, door uit te zoeken hoe het allemaal werkt en daarover helder te communiceren, de mindset van mensen kunnen veranderen. In landbouwsystemen zitten nu nog enorme lekken. Opgebrachte kunstmest blijft bijvoorbeeld deels ongebruikt en veroorzaakt milieuschade doordat stikstof via het water en de lucht verdwijnt. We gooien zo het geld als het ware door het raam naar buiten. En het kost ook nog eens natuurschoon. Dat moet en kan beter. Het recente IPCC-rapport over veranderd landgebruik en klimaatverandering zal, hoop ik, de wereld wakker schudden. We hebben de bodem hard nodig.’
Gerlinde De Deyn (1975, Aalst, België)
1993-1998 Studie Bio-engineering, Gent University
2000-2005 Promovendus bij NIOO-KNAW en Utrecht University
2005-2006 Postdoc bij University of Guelph, Canada
2006-2009 Postdoc bij Lancaster University, Groot-Brittannië
2009-2011 Postdoc/Marie Curie-fellow bij NIOO-KNAW, Wageningen
2011-2016 Universitair (hoofd)docent bij Wageningen University & Research
2016-heden Persoonlijk hoogleraar Bodemecologie bij Wageningen University & Research
Gerlinde De Deyn is adjunct-hoofdredacteur van het wetenschappelijke tijdschrift Oikos en bestuurslid van het Netherlands Ecologist Research Network (NERN) en het Center for Soil Ecology. Ze is ongehuwd en woont in Bennekom.