WUR-student Hilde Jager (21) vertegenwoordigt Nederland als judoka. Vier vragen aan deze topsporter/Gezondheid & Maatschappij-student.
Topsport en een studie, hoe combineer je dat?
‘Lastig, maar het kán wel. Ik woon in een topsporthuis vlakbij Papendal, waar veel sporters wonen en trainen. Elke dag train ik twee á drie keer, behalve in het weekend. Ja, en dat is dus soms lastig naast een studie. Voor toernooien en trainingsstages moet ik vaak naar het buitenland. Als ik in Nederland ben, is het beter te combineren, maar ook dan gaat training eigenlijk voor, behalve als ik een tentamen heb. Om het toch te kunnen managen, doe ik één vak minder per periode en overleg ik veel met docenten. Daardoor kan ik soms andere deadlines krijgen, of mag ik groepswerk in mijn eentje doen.’
Hoe bereid je je voor op de Universiade?
‘Ik heb geluk dat ik de komende tijd weinig toernooien heb. Daardoor is er veel tijd om te trainen en me voor te bereiden. Een internationaal toernooi doorbreekt je trainingsroutine, omdat je ook rust neemt van tevoren en naar het buitenland reist. Daar heb ik nu geen last van, dus kan ik lekker doortrainen en echt nog een stuk sterker worden.’
Hoe heb je je gekwalificeerd voor de Universiade?
‘De judobond heeft gekeken naar de verschillende klassen en daar een selectie in gemaakt. Ik kom uit in de klasse onder zeventig kilo. Het is zeker niet mijn eerste internationale toernooi – ik doe eigenlijk alleen maar internationale toernooien. Maar dat zijn wel toernooien met alleen judo. Dit is echt een groot internationaal evenement met veel verschillende soorten sporten. Dat maakt het wel anders.’
Je bent een topsporter, maar ook een student. Kan er een biertje vanaf als je een mooi resultaat behaalt?
‘Ik drink geen bier. Als ik een medaille haal, dan ga ik echt wel een feestje vieren. Maar vlak na de Universiade heb ik een ander toernooi waar ik ook fit voor moet zijn, dus dat feestje zou ik dan ook niet overdrijven.’