De laagste cijfers voor ‘ongestoord kunnen werken’ worden gegeven bij afdelingen met kantoortuinen, zoals in Radix. Foto © Guy Ackermans
Ongestoord werken als dat nodig is scoort in de enquête een 5,7 op een schaal van 10. Nog net een voldoende, maar wel een half punt lager dan in de vorige monitor van twee jaar geleden. De werkplek is volgens de medewerkers niet erg bevorderlijk voor de productiviteit (5,6) en de onderlinge samenwerking (6,2). De cijfers sluiten aan bij de irritatie over de kantoortuinen die de WUR-Council vorige maand naar buiten bracht.
Kantoortuinen
De laagste cijfers voor ‘ongestoord kunnen werken’ worden bij de Concernstaf, het Facilitair Bedrijf en de Plant Sciences Group (PSG) gegeven, onderdelen waar deels of geheel flexibele werkplekken en kantoortuinen zijn ingevoerd. Opmerkelijk genoeg krijgt de werkplek ondanks die negatieve aspecten over het geheel genomen een dikke 7.
Meest tevreden: het Facilitair Bedrijf
De WUR-medewerker is in zijn algemeenheid een tevreden mens, blijkt uit de monitor. We geven ons werk, de collega’s en de organisatie een ruime 7. Het Facilitair Bedrijf spant de kroon. Op de meeste van de negen in kaart gebrachte aspecten als bevlogenheid, betrokkenheid en werksfeer scoort FB bijna een 8. De Social Sciences Group (SSG) scoort onder het WUR-gemiddelde, maar haalt nog wel een 7.
Werkdruk
Naast de werkplekken vraagt de werkdruk om aandacht. Vier op de tien medewerkers vindt de werkdruk te hoog. Bij SSG en de Environmental Sciences Group (ESG) betreft dit zelfs de helft van de medewerkers.
Doel is om meer zicht te krijgen op het probleem, zodat we gericht interventies kunnen plegen
Johan Kanis, Human Resources
Om die ervaren werkdruk beter in kaart te brengen, wordt daar volgens Johan Kanis (Human Resources) verder onderzoek naar gedaan. ‘Samen met Effectory, het bureau dat de Medewerkermonitor heeft uitgevoerd, maken we een diepgaande analyse.’ Daarbij wordt bijvoorbeeld gekeken of er verband is tussen duidelijkheid van taken en de autonomie van werken of andere zaken die de werkdruk kunnen bepalen. Kanis: ‘Doel is om meer zicht te krijgen op het probleem, zodat we gericht interventies kunnen plegen.’
Pesten en discriminatie
Een andere opvallende uitkomst betreft ongewenst gedrag. Een op de tien medewerkers heeft het afgelopen jaar te maken gehad met een vorm van ongepast gedrag. Bij het Rikilt is dat 13 procent. Verbaal geweld, pesten en discriminatie komen het vaakst voor.