Kees van Oers, buitengewoon hoogleraar Dierpersoonlijkheid, ontrafelt die ingewikkelde relatie.
Van Oers werkt sinds 1998 bij het NIOO/KNAW aan onderzoek naar de persoonlijkheid van koolmezen, en sprak onlangs zijn inaugurele rede uit. De focus van zijn onderzoek ligt op de vraag hoe verschillen in persoonlijkheid doorwerken in het gedrag en het voortplantingssucces. En de vraag natuurlijk die in de biologie altijd om de hoek ligt: zijn het de genen of is de omgeving doorslaggevend in de ontwikkeling van die persoonlijkheid.
Hoe bepaal je de persoonlijkheid van een koolmees?
‘De standaardtest die wij doen is eenvoudig. We zetten de koolmees in een nieuwe ruimte zonder veel prikkels en kijken hoe ze die ruimte onderzoeken. De test weerspiegelt het exploratieve gedrag van koolmezen. Zijn ze extravert, onderzoekend en agressief of juist niet? Dat is een vrij grove standaardtest. Daarnaast zijn er testen die kijken naar kleinere facetten van gedrag. Hoe reageren de vogels op vreemde voorwerpen in een ruimte en wat gebeurt er als je bepaalde typen persoonlijkheid bij elkaar plaatst.’
De koolmees is een modelvogel voor gedragsstudie, omdat-ie veel voorkomt en tegen een stootje kan. Zijn er wat persoonlijkheid betreft niet veel interessantere vogels?
‘Verschillen in persoonlijkheid tussen soorten zijn moeilijk te meten. Je moet bij het ontwikkelen van een test heel erg vanuit de soort denken. Een test moet altijd afgestemd zijn op het ecologische gedrag van de soort. Een foeragerende koolmees exploreert zijn omgeving. Maar een bonte vliegenvanger, bijvoorbeeld, zit stil en kijkt om zich heen. Pas als-ie een prooi ziet, vliegt hij erop af. Als je de open field-test voor koolmezen toepast op bonte vliegenvangers, zul je daardoor geen verschil in persoonlijkheid zien.’
Sommigen komen echt naar me toe en schelden me uit
Kees van Oers
Zeggen resultaten bij koolmezen dan wel iets over andere dieren?
‘Het gaat niet om de persoonlijkheid op zich, maar om de onderliggende vragen die met persoonlijkheid te maken hebben. Is de variatie in persoonlijkheid van belang voor het evolutionaire succes van de soort? Waarom leggen koolmezen zoveel eieren en in hoeverre speelt persoonlijkheid daarbij een rol? Als dat bij koolmezen tot evolutionair succes leidt, in de zin van snelle aanpassing en dus fitness, zal dat ook voor andere soorten gelden. Daarvoor hoef je de persoonlijkheid van die andere soort niet tot in detail te kennen. Het gaat om generieke processen.’
Hoe kijk jij naar een koolmees in de natuur?
‘Voor mij is de koolmees niet zomaar een soort als alle anderen. Ik probeer altijd het individu te herkennen. Ik let op de kleur, of het een mannetje of vrouwtje is, of-ie brutaal is of niet. Als ik met mijn vrouw in het bos loop zegt ze wel eens gekscherend: het lijkt wel of die vogels weten dat jij eraan komt. Meteen van die alarmroepjes. Sommige komen echt naar me toe en schelden me uit.’
Zijn er relaties te leggen tussen persoonlijkheid bij koolmezen en bij mensen?
‘Tot op zekere hoogte wel. Neem het dopaminesysteem. Dat zorgt bij dieren bij bepaald gedrag voor een positieve of negatieve terugkoppeling. Bergbeklimmers, bijvoorbeeld, krijgen binnen dit dopaminecircuit een prikkel. Hoe hoger de bergen, hoe groter de prikkel. Bij koolmezen zie je ook een relatie tussen de expressie van het gen voor dopamine en exploratief gedrag. Overigens is zowel bij mensen als dieren die rol beperkt; het verklaart maar 2,5 procent van de variatie in dit gedrag.’
We weten nog heel weinig over de hersenen van koolmezen
Kees van Oers
Waar focust het onderzoek de komende tijd op?
‘We willen onderzoeken hoe de persoonlijkheid verandert in de tijd onder verschillende omstandigheden. Door bijvoorbeeld de broedselgrootte te veranderen door een deel van de jongen weg te halen en die in andere omstandigheden te laten opgroeien. Wat zijn de gevolgen daarvan voor de persoonlijkheid en het gedrag? Het gaat hier dus om de nurture or nature-vraag. Daarnaast wil ik in de hersenen van koolmezen identificeren waar die processen zich afspelen. Zijn bepaalde hersendelen hierin belangrijker dan andere? Wij weten nog heel weinig over de hersenen van koolmezen.’
En nog plannen voor het onderwijs?
‘Ik geef al ruim tien jaar les bij WUR. Modules in bestaande cursussen over persoonlijkheid. Ik wil aanvullend een eigen verdiepingscursus ontwikkelen voor masterstudenten. Daarin zal het gaan over het stellen van de juiste onderzoeksvragen. Iedereen die met dieren werkt, moet weten dat persoonlijkheid en de variatie daarin heel belangrijk is voor de uitkomsten van het onderzoek.’