Acht jaren van oorlog in Syrië hebben het even gekost aan 370 duizend mensen. Hoewel IS bijna helemaal is teruggedrongen en het Amerikaanse leger zich geleidelijk terugtrekt, is de situatie nog verre van stabiel. Masterstudent Ahmad Al Eido hoopt ooit terug te keren. ‘Het is een prachtige plek met uiteenlopende landschappen, waar oude beschavingen hebben gefloreerd.’
Tekst: Ignacio Auger
Mijn land is meer dan een oorlogsgebied
‘Ik had een goed leven in Syrië. Ik studeerde aan Aleppo University en had een baan als agrarisch adviseur. Maar ik moest mijn land verlaten, omdat het niet meer veilig was. Dat was bijna vier jaar geleden. Toen kwam ik naar Wageningen om mijn studie voort te zetten.
Mensen denken dat het conflict plotseling begon, maar er gingen jaren van onderdrukking en corruptie door het regime aan vooraf. Aanvankelijk wilden mensen alleen maar politieke hervormingen. We hielden vreedzame demonstraties, maar die werden beantwoord met kogels. We kwamen simpelweg op voor vrijheid van meningsuiting en keuzevrijheid; we wilden een democratie opbouwen.
We moeten goed kijken naar de redenen waarom er oorlog uitbrak. IS riep een eigen staat uit in 2014, maar het begon allemaal al in 2011. De wortel van het probleem is het regime. Als president Assad het land had hervormd, zou alles nu veel beter zijn. Maar hij keerde zich met al zijn macht tegen zijn volk. De situatie werd ingewikkelder toen islamitische groeperingen het land binnenkwamen en internationale grootmachten zoals de VS en Rusland hun eigen oorlog in mijn land kwamen voeren. Wat begon als een vreedzame revolutie met bloemen werd een heel complexe oorlog.
Ik wil het beeld dat mensen van Syrië hebben veranderen. Mijn land is meer dan een oorlogsgebied. Het is een prachtige plek met uiteenlopende landschappen, waar oude beschavingen hebben gefloreerd. Mensen met verschillende religies en culturen leefden er in harmonie samen. Kerken en moskeeën staan vlak naast elkaar, zonder barrières ertussen. Dat is het Syrië dat ik ken en het Syrië waar ik mensen over wil vertellen.
Hopelijk ga ik ooit, als het weer veilig is, terug naar mijn land. Ik wil bijdragen aan de wederopbouw en de positieve ervaringen gebruiken die ik heb opgedaan in Nederland. Ik waardeer het leven dat ik hier heb zeer.
Maar ik wil hetzelfde voor mijn volk.’