De kaart geeft tot op een meter nauwkeurig aan wat de gevoelstemperatuur is op willekeurige welke plek in Wageningen op een doorsnee hete dag. Als model voor zo’n dag is een hete julidag in de zomer van 2017 gekozen, toen het kwik overdag opliep tot 35 graden Celsius. Zo’n dag komt eens in de 1000 dagen voor, zegt onderzoeker Bert Heusinkveld.
Hittestresstest
Heusinkveld en collega’s Gert-Jan Steeneveld en Sytse Koopmans zijn de geestelijk vaders van de hittekaart. Aanleiding om de kaart te ontwikkelen is de plicht van lokale overheden om dit jaar een hittestresstest te doen. De test moet in kaart brengen waar in stad of dorp de plekken zijn waar het extreem warm kan worden, om zo risico’s voor volksgezondheid en infrastructuur in beeld te brengen. Heusinkveld: ‘Vanuit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie zijn we gevraagd een recept voor zo’n hittekaart te maken.’
De gevoelstemperatuur houdt rekening met de beleving van de warmte
Gert-Jan Steeneveld
Hittekaarten zijn niet nieuw. Er zijn diverse commerciële producten op de markt. ‘Die zijn bijvoorbeeld gebaseerd op satellietbeelden van stralingsintensiteit’, zegt Heusinkveld. ‘Maar die zijn niet erg realistisch. Platte daken springen er bijvoorbeeld uit als hotspots.’ De Wageningers gooiden het over een andere boeg en maakten een kaart die is gebaseerd op het begrip gevoelstemperatuur. Dat is een bewerkte versie van de luchttemperatuur die je op de thermometer ziet.
‘De gevoelstemperatuur houdt rekening met de beleving van de warmte’, legt Steeneveld uit, ‘doordat onder meer de intensiteit van de zonnestraling en de windsnelheid worden meegenomen.’ Om die gevoelstemperatuur in detail te kunnen berekenen, zijn naast meteorologische data een groot aantal geografische gegevens nodig over landgebruik, gebouwen, bomen, straten en waterpartijen.’ De weergegevens komen in dit geval van het eigen meetstation in het Binnenveld.
40 graden
Het resultaat van het Wageningse recept is een stadskaart waar je het warm van krijgt. De gevoelstemperatuur overschrijdt op veel plaatsen makkelijk de 40 graden. Vooral op windluwe plekken met veel directe zoninstraling. ‘Wind is een belangrijke factor als het om gevoelstemperatuur gaat’, zegt Heusinkveld. ‘Dat is onder meer de reden dat de campus een koele plek is. Het is een open terrein, waar de wind vrij spel heeft. Bovendien geven de gebouwen veel schaduw.’
Het Wageningse recept voor het maken van een hittekaart is volgens Steeneveld door het ministerie (Infrastructuur en Waterstaat) intussen tot standaard verheven. De kaart is in principe met een standaard gis-applicatie en de juiste data te maken.