Tekst: Gina Ho
Een terroristische bomaanslag eiste op 14 februari de levens van veertig Indiase militairen in Pulwama, Kasjmir, een omstreden gebied verdeeld tussen India en Pakistan sinds 1948. Vorige week bereikten de spanningen een nieuw hoogtepunt, toen Pakistan een Indiaas straalvliegtuig neerschoot en India daarop reageerde met luchtaanvallen.
Kasjmir herbergt terroristische organisaties
‘De zelfmoordterrorist was nog maar 22 jaar oud, hij behoorde tot de terroristische organisatie Jaish-e-Mohammed (JeM). Met 200 kilo explosieven in zijn SUV reed hij in op een bus met veertig Indiase soldaten. In het Indiase leger krijg je elk halfjaar maar tien tot vijftien dagen vrij. Deze soldaten hadden net verlof en waren op weg naar hun familie. Het is niet de eerste keer dat JeM betrokken is bij een aanslag op het Indiase leger: in 2016 werden in Kasjmir ook al zeventien Indiase soldaten omgebracht door deze terroristische groep.
Al sinds hun onafhankelijkheid van de Britten in 1947 strijden India en Pakistan om Kasjmir. Voor zover ik weet, is deze regio niks bijzonders, het is gewoon een stuk land in het Himalayagebergte – er zijn geen olievoorraden of steenkoolmijnen en dergelijke die interessant zijn om aanspraak op te maken. De mensen leven er voornamelijk van landbouw en wat toerisme. Het lijkt wellicht het makkelijkst om de regio fiftyfifty te verdelen, maar zo eenvoudig is het niet. In Kasjmir huizen ook terroristische organisaties die onschuldige mensen vermoorden, dus het is een stuk ingewikkelder.
Behalve JeM zijn er nog andere islamitische terroristische groepen in Pakistan. Zoals Lashkar-e-Taiba, dat verantwoordelijk was voor de schietpartijen bij de aanvallen op Mumbai in 2008, waarbij meer dan 170 mensen om het leven kwamen. De Verenigde Naties hebben Pakistan in het verleden aangespoord om actie te ondernemen tegen terroristische groepen die in het land opereren, maar er zijn nog steeds aanslagen. Ik vind dat ze in Pakistan hun best moeten doen om hun terroristenprobleem op te lossen – zo niet, dan is de vrede met India slechts oppervakkig.’