Een verbod heeft zware gevolgen voor de Nederlandse visserijsector, concluderen Wim Zaalmink en zijn collega’s van Wageningen Economic Research. Vijf vragen over het verbod.
Het Europees Parlement stemde begin 2018 voor een totaalverbod op pulskorvisserij, het vissen met stroomstootjes. De komende maanden lopen de ontheffingsvergunningen voor de Nederlandse vissers af. Mogelijk wordt het totaalverbod dan definitief.
Jullie voerden onderzoek uit in opdracht van het Bestuurlijk Platform Visserij. Is dit een laatste noodgreep van de sector? Hoe denk je dat het zich zal ontwikkelen?
‘Ik durf niet te zeggen welke kant dit op zal gaan. Het is wel een dilemma. Want als vissers terug moeten naar een oude methode dan leveren ze erop in. Aan de andere kant kun je ook stellen dat de Nederlandse kotters een tijdelijke ontheffing hebben gehad om met puls (stroomstootjes, red.) te mogen vissen waardoor de sector een aantal jaren winst heeft kunnen maken, wat absoluut noodzakelijk was, maar die ze dan nu weer in moeten leveren. Het is echter heel hard te moeten constateren dat innovatieve ontwikkelingen op deze manier ongedaan worden gemaakt.’
Hebben de vissers wellicht teveel risico genomen door over te stappen naar deze techniek?
‘Het is niet zo dat vissers van het ene op het andere moment zijn overgestapt. De techniek was op dat moment al ver doorontwikkeld. In die periode rond 2012 zaten veel vissers zwaar in de financiële problemen, mede door de hoge brandstofprijzen en lage visprijzen. Door over te stappen konden vissers in ieder geval quitte spelen. Daarnaast speelden ook ecologische afwegingen mee, omdat er veel minder bodemberoering is en de CO2-uitstoot bij het pulstuig lager is. Er werd echt gedacht dat pulsvissen de techniek van de toekomst zou worden. En de vissers zagen een mogelijk verbod niet aankomen, omdat er helemaal geen signalen voor waren.’
Hoe groot zijn de gevolgen voor de visserij als dat totaalverbod er komt?
‘De inkomsten van de vissers en bemanning hangen sterk samen met de brandstofprijzen en de visprijzen. Die zijn momenteel niet ongunstig, maar een omschakeling betekent wel dat de Nederlandse vloot op jaarbasis 8,7 miljoen euro minder verdient en als we dat berekenen op basis van de ongunstige prijsniveaus van 2013 dan gaat het om 21,5 miljoen euro. Dat zou betekenen dat zeker de helft van de kotters in financiële problemen komt en op den duur failliet gaat. Bovendien heeft de visserij de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de puls-innovatie en daardoor minder in andere technieken. Daarnaast lopen vissers kans om de bemanning kwijt te raken. De meeste bemanning werkt via een ZZP-constructie die nu redelijk goed verdient, maar als dat verandert is er wellicht binnen Nederland geen interesse meer om in de visserij te werken. De kans is dan groot dat de traditioneel Nederlandse visserijsector in omvang afneemt.’
Zijn er ook Nederlandse vissers voor een totaalverbod?
‘Er heerst altijd verdeeldheid, ook in de Nederlandse visserijsector. Zo is de kleinschalige visserij niet overtuigd van de voordelen van pulsvissen. Ze kunnen er zelf ook geen gebruik van maken omdat ze met een ander soort tuigen en dichtbij de kust vissen. Als je kijkt naar de kwaliteit van vissen, dan weet ik niet of de pulsvissen beter of slechter is. Maar kleinschalige visserij kan wel rekenen op de sympathie van het grote publiek. Ik begrijp dat wel, maar je hebt ook andere duurzame methoden nodig als je op een duurzame manier de wereldbevolking wilt voeden.’
Valt hier nog een les uit te trekken?
‘Als onderzoeker ben je gewend vooral in detail te kijken, maar het is ook belangrijk om uit te zoomen en je bewust te zijn van wat er in de wereld om je heen speelt en rekening te houden met bijvoorbeeld het politieke klimaat, milieuorganisaties en de publieke opinie. Als kennisinstelling zijn we bezig met innovatie en dat doen we met het idee dat iedereen er beter van moet worden. Het zure is in dit geval dat wetenschappelijke argumenten niet voldoende blijken te zijn en dat we innovatieve ontwikkelingen terug moeten draaien.’