foto’s © Guy Ackermans
De campus van Wageningen is nog jong. Dat zie je aan alles. De meeste gebouwen zijn amper tien jaar oud. En nog steeds komen er her en der nieuwe gebouwen bij. Er zit nog een Dialogue Centre, een conferentiecentrum waar straks onder andere de promoties zullen plaatsvinden, in de pen bij Atlas. En tegenover Vitae komt een derde onderwijsgebouw. De nieuwbouw van Unilever vordert ondertussen gestaag.
In dit ecosysteem van onderwijs- en werkgebouwen ligt verrassend veel natuur. Groen dat er al was voor de komst van de universiteit, maar vooral groen dat is gemaakt om de leer- en werkomgeving aan te kleden. Ecologisch verantwoord uiteraard, zoals je mag verwachten op een universiteit die duurzaamheid predikt.
Op deze pagina’s een kleine greep uit de biodiversiteit van de campus. En dan hebben we het nog niet eens over de vijver bij Forum met de zwanen die hier elk jaar komen broeden, de binnentuin van Lumen of de tuin van de Leeuwenborch aan de overkant van de Mansholtlaan. Kortom, ga eens op pad, in de pauze, tussen-de-middag of aan het eind van de dag.
The Field
Aan de westelijke rand van de campus, achter Rikilt, ligt The Field, de tuin van en voor studenten en medewerkers. Deze experimentele tuin, ontworpen door oud-studente Fiona Morris, is pas drie jaar oud. Wie hier zijn groene vingers wil ontwikkelen is welkom bij de Wageningen Student Farm, een groep van een zestigtal studenten die bezig is met experimenteel ecologisch tuinieren. Maar er is veel meer te beleven, over biodiversiteit gesproken. Op een deel van het terrein staan tachtig verschillende rassen appelbomen.
Kleine boompjes nog, alhoewel sommigen al appels dragen. Ze zijn van het Centrum Genetisch Bronnen en vormen een soort showcase van Wagenings onderzoek. ‘To show and to share’, drukt Elike Wijnheimer, verantwoordelijke voor de groene buitenruimte, het uit. ‘Drie jaar geleden was deze grond nog zo dood als een pier. En kijk wat er met ecologisch watermanagement al is bereikt.’ Greppels, wilgenbosjes en een enkele poel zorgen voor een uitgekiende afwatering. Gezaaide kruidenmengsels maken er een bonte bloemenzee van. Een feestje voor de bijen in de kasten verderop het terrein. En dus gewoon toegankelijk voor iedereen. Maar wel de handjes thuis houden, waarschuwt het bord bij de ingang.
De Natuurtuin achter Lumen
De Natuurtuin van de Environmental Sciences Group (ESG)
ligt wat uit het zicht achter Lumen. De rust rondom de centrale vijver is een verademing. Die vijver is overigens niet zomaar een vijver: het is een koelkast! Het water koelt Lumen, het qua architectuur en duurzaamheid bijzondere gebouw ernaast. Lumen is gebouwd op een grote bak water, legt Joop Spijker van de tuinbeheercommissie uit. ‘Dat water in de kelder staat met pijpen in verbinding met het water in de vijver en die circulatie zorgt voor de primaire koeling van Lumen.’ De tuin met vijver is dus even oud als het gebouw, nu precies twintig jaar. De voedselrijke bovenlaag van de voormalige maisakker is afgegraven en verwerkt in de houtwallen om de vijver. De oorspronkelijke bodem van het Binnenveld, met afwisseling van klei, laagjes veen en dekzand, werd daarmee in ere hersteld. Opgebrachte rivierklei en kalkrijke Limburgse mergelgrond hebben de variëteit verder vergroot. Het resultaat is een scala aan biotopen en een gevarieerde bloemenpracht. In het voorjaar en de zomer barst het van de ratelaars, knoopkruid en kaasjeskruid. Maar de echte succesnummers van deze ecologisch beheerde tuin zijn de orchideeën. Liefst vijf verschillende soorten, waaronder gevlekte orchis en moeraswespenorchis, staan er te pronken.
De Natte Natuurtuin
Aan de voet van Atlas ligt de Natte Natuurtuin. Nat omdat hier kwelwater aan de oppervlakte komt en het water van de omringende stuwwal in een beekje door de tuin stroomt. Natuurtuin omdat de tuin een stukje van de vroegere natuur van het Binnenveld tot leven moet brengen. De tuin werd twee jaar terug aangelegd met het oog op het eeuwfeest in 2018. Het is een cadeautje van WUR aan zichzelf. Centraal in de tuin ligt een oude watergang die weer is opgegraven. Door kwel en regen ontstaat rond dit beekje een plasdrasgebied met soorten die kenmerkend zijn voor zogeheten blauwgrasland, waar het nabijgelegen Binnenveld vroeger vol mee stond. Dat is tenminste de bedoeling. Voorlopig is het nog even wachten op het trilgras, de kale jonker en de Spaanse ruiter. Diverse soorten uit de naburige Natuurtuin achter Lumen hebben zich hier al wel succesvol gevestigd.
Het Dassenbos
Aan de westelijke rand van de campus, achter Zodiac, ligt het Dassenbos. Een bosje van vier hectare met voornamelijk zwarte els. Bijna niemand komt er; er ligt ook geen doorgaand pad. De plek is eeuwenlang in gebruik geweest als eikenhakhoutbos, waarvan de schors werd gebruikt voor de leerlooierij. De huidige aanplant is ongeveer zeventig jaar oud. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, leven er geen dassen in dit bos. Wel konijnen. En ook de vos en de steenmarter zijn gesignaleerd. Het Vogeltrekstation gebruikt het bos om vogels te vangen en te ringen. Wat bijzondere biodiversiteit betreft mag verder het usutu-virus niet onvermeld blijven. Dit tropische virus, dat zorgt voor sterfte onder merels, is in Nederland voor het eerst in het Dassenbos gesignaleerd. Onderzoekers van het NIOO doen sindsdien onderzoek naar dit virus. Maar de meeste bekendheid geniet het Dassenbos als beoogde plek voor de toekomstige rondweg om de campus. Die weg gaat mogelijk dwars door het bos. Voor een ongestoord wandelingetje moet je dus snel zijn.
Bekijk de locaties op onze Google Map:resource-online.nl/kaart