Ik hoor het in elk geval vaker, vooral van mensen die ik hoog heb zitten. Biologen zouden wetenschappelijker zijn ingesteld en beter presteren, al vanaf het moment dat ze aan hun opleiding beginnen. ‘Bos- en natuurbeheerders vinden hun studie heel leuk, maar daar is alles mee gezegd’, vertrouwde een hoogleraar me onlangs toe. ‘Dat is bij biologen toch wel anders.’
Zijn opmerking gonst door mijn hoofd als ik met een groepje eerstejaars biologen en een grondboor de Wageningse Berg op fiets. ‘Hier stoppen we’, roep ik. Een ovaal van slaperige jongeren vormt zich rondom mij en mijn grondboor. ‘En, hebben jullie nog vragen over de vorige excursie?’, vraag ik hoopvol.
De groep kijkt mij glazig aan. Een stilte ontstaat. ‘Oké’, zeg ik. Ik probeer mijn teleurstelling niet te laten horen en besluit een aantal basisvragen over de vorige excursie te stellen. De groep glazige ogen probeert mijn blik te ontwijken. Zou deze groep nou echt zo veel slimmer zijn dan de bos- en natuurbeheerders die ik morgen heb?
De volgende dag kijken de bos- en natuurbeheerders mij glazig aan. Ik adem hoopvol in, dan begin ik. ‘En, voor we beginnen, hebben jullie al vragen?’
Bijna de helft van de groep steekt onmiddellijk de hand op. Ik kan een tevreden glimlach niet onderdrukken, en wijs enthousiast naar een willekeurige student. ‘Ja, ik heb een belangrijke vraag’, klinkt het zelfbewust.
‘Wanneer tekent u onze map precies af?’