©Pascal Tieman
Voedsel komt steeds meer op de politieke agenda, constateert Candel. Bovendien verandert het gefragmenteerde landbouwbeleid in steeds meer landen naar een geïntegreerd perspectief waarin de landbouw meer in lijn is met zorgen over ecologie en volksgezondheid. Maar die integratie vindt vaak wel plaats op papier, maar niet in praktijk, constateert Candel. ‘Je hebt nieuwe instrumenten nodig om het voedselsysteem te sturen.’ Hij schreef hier een artikel over in het tijdschrift Environmental Science & Policy.
Huiverig
Zo wordt er in Nederland gepraat over een suiker- en vettaks, maar is die er nog niet. ‘In Nederland is de overheid huiverig om op de stoel van de consument te gaan zitten’, constateert Candel. ‘Politieke partijen zijn bang dat ze beschuldigd worden van paternalisme en laten veranderingen vaak over aan de markt. De overheid kiest voor informatievoorziening aan de consument, terwijl we weten dat informatievoorziening slechts beperkt helpt bij het veranderen van gedrag, omdat de meeste voedselkeuzes onbewust worden gemaakt. Ook kiest ze voor convenanten, terwijl ook die weinig effectief blijken.’
Verbod
Dat kan ook anders, weet Candel. Andere landen, zoals Mexico en Denemarken, kozen wel voor een suiker- of vettaks. ‘Recent onderzoek toont aan dat deze een positief effect hebben op de volksgezondheid.’ Ook is strengere regelgeving mogelijk. Zo nam de Franse overheid een wet aan die supermarkten verbiedt om voedsel weg te gooien. ‘Een land als Frankrijk vertrouwt meer op centrale sturing door de overheid.’
Leiderschap
Het grootste knelpunt voor geïntegreerd voedselbeleid is het ontbreken van politieke wil, zegt Candel. ‘Als je het milieu- , gezondheids- en landbouwbeleid wilt integreren, moet je structuren realiseren die integratie mogelijk maken. Dat kan een ministerie van Voedsel zijn, maar ook een interdepartementale commissie. Die structuren moeten een overkoepelende visie hebben, waarin landbouw, volksgezondheid en ecologische duurzaamheid een plek krijgen. Maar veruit het belangrijkste is de aanwezigheid van leiderschap, op zowel politiek als ambtelijk niveau. Je hebt bestuurders nodig die het voedselbeleid met verve neerzetten, omdat structuren anders weinig effectief zijn.’ Op dit moment ontbreken deze voorwaarden voor een voedselbeleid in Nederland, constateert Candel.
Gemeenten
Toch wordt in Nederland wel degelijk voedselbeleid ontwikkeld, namelijk bij de gemeenten, signaleert Candel. ‘Verschillende gemeenten hebben een voedselstrategie. De een gebruikt het om volksgezondheid en obesitas onder de aandacht te brengen, de ander koppelt landbouw aan milieudoelen en de derde gebruikt voedselbeleid in het kader van regionale economische ontwikkeling.’ Ook provincies koppelen steeds vaker landbouwbeleid aan ruimtelijke ordening, gezondheids- en milieubeleid en komen daarom met nieuwe beleidsinstrumenten.
Visie
Om die afwegingen tussen economie, ecologie en gezondheid goed te kunnen maken, is een ministerie van Voedsel nodig, vinden sommige politici. Candel is daar niet van overtuigd. ‘Met een ministerie verkoker je je beleid weer. Je hebt een duidelijke kabinetsvisie nodig, waarin je het voedselbeleid ook integreert met het handels- en industriebeleid. Je moet het vergelijken met de Energie Wende in Duitsland, waarbij de Duitse regering vol inzet op duurzame energiebronnen. Zo kun je in Nederland kiezen voor een Voedsel Wende. Dan moet je wel eerst bepalen hoe die stip op de horizon eruit moet komen te zien.’