Beeld: Pascal Tieman
De monitor wordt elke drie jaar uitgebracht door het Landelijk netwerk vrouwelijke hoogleraren (LNVH).
In 2012 was Wageningen University ook hekkensluiter van ons land. Sindsdien is de achterstand opgelopen. Zo is de WU één van de vier universiteiten waar het aandeel vrouwelijke hoogleraren sinds 2012 daalde – van 8,8 naar 7,6 procent. Ondertussen steeg landelijke aandeel van 14,8 procent naar 17,1 procent. Uit de monitor blijkt bovendien dat Wageningen University de enige instelling is die minder vrouwelijke hoogleraren heeft dan bij het begin van de meting in 2003.
Hoewel er landelijk gezien vooruitgang is, gaat dat de LNVH te langzaam. Ze stellen dat in dit tempo pas rond 2055 een evenredige verdeling ontstaat. En vrijwel alle andere Europese landen doen het beter dan Nederland. ‘Dat is ons een doorn in het oog’, zegt de Rotterdamse hoogleraar Marise Born van het LNVH. ‘Je kunt wel zeggen dat het beter gaat, maar we bungelen nog steeds onderaan in Europa.’
Je kunt wel zeggen dat het beter gaat, maar we bungelen nog steeds onderaan in Europa
Marise Born, namens het Landelijk netwerk vrouwelijke hoogleraren
De publicatie van de vorige monitor zorgde in Wageningen voor veel ophef. Op initiatief van bezorgde wetenschappers kwam de universiteit met een actieplan genderbalans. Inmiddels is er een mentorprogramma voor vrouwelijk talent en heeft een groot deel van de wetenschappelijke top een diversiteitsworkshop gevolgd.
Ongelijke vertegenwoordiging lijkt met name een probleem op het niveau van hoogleraren. Op andere vlakken laat de monitor een genuanceerder beeld zien. Zo blijkt dat de doorstroom van universitair docent naar universitair hoofddocent verbetert sinds 2012. Ook heeft de Wageningse raad van bestuur tegenwoordig een vrouwelijk lid. De raad van toezicht bestaat daarentegen sinds enkele jaren weer helemaal uit mannen.
Wageningse prof blijft meneer
Nieuw mentorprogramma voor vrouwelijk talent
Door het glazen plafond met een coach
Diversiteitsworkshops voor WUR-top
Groeiend percentage vrouwelijke gepromoveerden