Merijn Moerland,
Voorzitter SWU Thymos. ‘De tweede sporthal is echt nodig en om dat te betalen, zijn wij in principe niet tegen een prijsverhoging van de sportrechten. We hebben in Wageningen de goedkoopste sportkaart van Nederland. Zelfs als de prijs omhooggaat, blijft hij goedkoop. We krijgen er aanzienlijk betere sportfaciliteiten voor terug, dus een prijsverhoging lijkt ons niet meer dan logisch.’
Stefanie Simon en Sharon van den Akker, b
eiden Master Management, Economics and Consumer studies. ‘Het lijkt ons geen slecht idee om de prijs van de sportkaart te verhogen. Hij kost nu niet veel, maar daar krijg je wel toegang tot heel veel sporten voor terug. We hebben hiervoor in Utrecht en Nijmegen gestudeerd en daar was de sportkaart veel duurder, terwijl je er niet per se meer voor kreeg. Tot honderd euro zouden wij acceptabel vinden. Hopelijk kunnen we dan ook meer cursussen doen, want die zitten nu altijd heel snel vol. En Stefanie volleybalt bij WaHo, waar ze precies anderhalf uur per week krijgt om te trainen. In die tijd moet je ook de boel opbouwen en opruimen. Dat is erg krap. Als WaHo met de nieuwe sporthal meer ruimte krijgt, zouden we blij zijn.’
Ward Nijland,
1e jaar bachelor Biologie. ‘Ik vind het geen goed idee, nee. Ik kom hier altijd om te fitnessen en een heel enkele keer ga ik naar het zwembad, maar ik kom nooit in de sporthal. Ik ben dus niet bepaald blij met de plannen om de prijs van de sportkaart omhoog te gooien. Ik ben zelf nogal een sportfanaat, dus ik ga sowieso volgend jaar de sportkaart wel weer aanschaffen. Maar aangezien ik geen gebruik ga maken van de nieuwe sporthal, maar wel extra moet betalen voor deze faciliteiten, baal ik er inderdaad wel van als het straks zo wordt geregeld.’
Karlijn Luiken,
1e jaar bachelor Plantenwetenschappen. ‘Ik zou het prima vinden als de prijs van de sportkaart omhooggaat, want je krijgt er tenslotte een heel nieuw sportcentrum voor terug. Hopelijk met gunstigere sporttijden zodat ik geen knotsbalwedstrijden heb die om 23.00 uur nog moeten beginnen. Maar het moet allemaal wel betaalbaar blijven. Als de prijs van de sportkaart ineens fors stijgt, zou ik er zeker nog eens over na denken om de sportkaart aan te schaffen. Misschien is het dan slimmer om zelf buiten een rondje te gaan hardlopen. In Wageningen is de sportkaart goedkoop vergeleken met andere steden. Dit moet zo blijven, want sporten is een goede afleiding tussen het leren door. Het zou jammer zijn als studenten niet meer zouden gaan sporten omdat de prijs van de sportkaart te hoog is.’
Sivan van Leerzem,
Msc International Development Studies. ‘Ik ben lid van Argo, dus een sportkaart kopen is voor mij verplicht. Ik ga ook wel eens naar de fitness, dus het is niet helemaal voor niks, maar ik zie het toch vooral als een standaardonderdeel van mijn Argocontributie. Ik denk dat veel mensen om die reden een sportkaart kopen: omdat ze lid zijn bij een sportvereniging en de sportkaart dan verplicht is. Op dit moment is de sportkaart helemaal niet duur, het is één keer in het jaar een kleine aanslag op je studiefinanciering van zeventig euro, niet noemenswaardig veel. Ik denk dat een verhoging van de prijs met twintig euro helemaal niet erg is, ik denk niet dat De Bongerd dan minder sportkaarten verkoopt. Het is voor studenten niet echt de moeite waard om daar ophef over te maken.’
Lavinia Plataroti,
Msc International Development Studies. ‘Op dit moment is het bij cursussen hartstikke druk in De Bongerd. Ze zijn allemaal een half uur nadat de inschrijving is geopend al volgeboekt. Ik weet niet of een nieuwe sporthal daar ook een oplossing voor kan bieden, een extra cursusruimte lijkt me een veel beter idee. De sportkaart is erg goedkoop nu, dus ik zou het niet erg vinden om er meer voor te betalen. Een euro of negentig, honderd, lijkt me redelijk, maar alleen als de cursussen daar ook van profiteren. Als alleen de studentensportverenigingen van een nieuwe sporthal profiteren, zou ik zeggen dat de contributie van de verenigingen dan maar omhoog moet. Degenen die gebruik maken van de sporthal, betalen er dan zelf voor.’
Illustratie: Henk van Ruitenbeek