<foto: Guy Ackermans>
Van Arendonk (56 jaar) wordt per 1 januari 2016 hoofd R&D en lid van het managementteam van Hendrix Genetics, een van de leidende fokkerij-organisaties in de wereld. ‘Een geweldige uitdaging’, zegt Van Arendonk. ‘Het vakgebied van fokkerij en genetica blijft me boeien. Dit is een uitgelezen kans om door te gaan in mijn vakgebied. Niet als inspirator van nieuwe ideeën als hoogleraar, maar om de kennis toe te passen in de praktijk.’ Van Arendonk kende het bedrijf Hendrix Genetics al goed als een van de initiatiefnemers van Breed4Food, de onderzoeksamenwerking tussen zijn groep en vier fokkerijbedrijven.
Was je klaar als hoogleraar?
‘Je bent nooit klaar als hoogleraar, maar ik heb er altijd iets naast gedaan sinds ik in 2001 hoogleraar Fokkerij en Genetica werd. Vrij snel daarna werd ik directeur van de onderzoekschool WIAS en de laatste vijf jaar was ik Dean of Science van de universiteit. Vorig najaar heb ik zaken op een rijtje gezet en geconcludeerd dat voor mij een link met het vakgebied cruciaal is. Ik heb toen de functie van Dean of Science, op eigen verzoek, met niet vier maar één jaar verlengd.’
We dachten dat je rector ging worden…
‘Ik vind het mooi dat ik wordt genoemd als opvolger van Martin Kropff, dat zie ik als een blijk van waardering. Het is een mooie baan bij een prachtige instelling, maar het zou betekenen dat ik afscheid moest nemen van mijn vakgebied. Je kunt niet rector worden en daarnaast actief betrokken blijven bij je vakgebied, dus viel die optie af.’
Hoe kwam de nieuwe baan tot stand?
‘Ik wist dat Hendrix Genetics op zoek was naar een opvolger voor de R&D-directeur. Afgelopen najaar heb ik in een gesprek laten vallen: hebben jullie aan mij gedacht? Daarna hoorde ik een tijd lang niets, maar na de jaarwisseling zijn we over de functie gaan praten en op Goede Vrijdag zijn we tot een akkoord gekomen. Ik heb er een heel goed gevoel bij. Hendrix Genetics is een wereldspeler op het gebied van fokkerij, met veel buitenlandse vestigingen en kennis. In mijn nieuwe functie zit ik één week per maand in het buitenland, om te overleggen met de R&D-mensen en de klanten daar. De Nederlandse bedrijven hebben een hele sterke positie in de mondiale fokkerij. Ik hoop een bijdrage te leveren aan het versterken van die positie en aan de verduurzaming van de veehouderij in de wereld.’
Johan van Arendonk studeerde in 1982 af in de Dierwetenschappen in Wageningen. Drie jaar later promoveerde hij cum laude aan de universiteit, waarna hij in dienst trad bij de vakgroep Veefokkerij. In 2001 werd hij hoogleraar Fokkerij en Genetica. Hij publiceerde ruim driehonderd wetenschappelijke artikelen in internationale peer-reviewed tijdschriften, is bijna zevenduizend maal geciteerd en begeleidde 74 promovendi.