Hitte is gevaarlijk. Je kunt er aan dood gaan. Een doorsnee Nederlander gedijt het best bij 16,5 graad Celsius. Bij die temperatuur is de sterfte het laagst. De hittegolf van 2006 leverde in ons land duizend extra sterfgevallen op. Dat is goed voor een vierde (!) plek op de lijst met natuurrampen die dat jaar wereldwijd de meeste doden veroorzaakte. De dagelijkse sterfte ligt tijdens hittegolven in Europa tot 30 procent hoger dan op andere dagen.
Die cijfers zijn indrukwekkend. Toch wordt hitte-problematiek niet erg serieus genomen. Wij houden wel van een beetje warmte. We zoeken de schaduw op, zetten de airco aan, pakken een terrasje of nemen een frisse duik. Ga dan als wetenschapper maar eens zeuren dat hitte een probleem is. Hitte heeft een imagoprobleem. En dat komt mede, zegt projectleider Ronald Groen (Witteveen + Bos), doordat tot nu toe nog niet objectief kon worden vastgesteld wanneer hitte een probleem is.
Samen met het KNMI en de leerstoelgroep Meteorologie en Luchtkwaliteit van Wageningen Universiteit is daar een oplossing voor bedacht. Een nieuwe methode legt de hitte-gevoeligheid van een wijk of stadsdeel vast in een cijfer, een zogeheten Urban Climate Index. De index geeft in één oogopslag aan of een wijk in de gevarenzone zit of niet en met welke maatregelen je de boel hittebestendiger kunt maken. Door voor meer groen te zorgen bijvoorbeeld.
De methode is gebaseerd op de enige echte objectieve en makkelijk beschikbare maatstaf voor welbevinden die er is: het sterftecijfer. Sterfte vormt de top van een piramide aan kwalen en ongemak die wordt veroorzaakt door hitte en luchtverontreiniging.Dat gezamenlijke ongemak is moeilijk te meten, sterfte wel. De wetenschappers legden bovendien een verband tussen hitte en de structuur van een wijk in de zin van de hoogte van de gebouwen, de breedte van de straten, de hoeveelheid groen en water.
Je kunt nu zeggen: deze wijk zit zoveel boven de grens van wat toelaatbaar is
Ronald Groen
Al die fysieke grootheden bepalen samen hoe heet het op warme dagen wordt in een stad. Gert-Jan Steeneveld (WU) en Groen maakten er een mooi model voor. Gekoppeld aan de (landelijke) sterftecijfers kan zo per wijk een relatief risico worden berekend om dood te gaan als gevolg van blootstelling aan hitte. Uit dergelijke berekeningen blijkt dat tijdens hittegolven in zeer versteende wijken het gezondheidsrisico verdubbelt. De vraag blijft of dat extra risico acceptabel is of niet.
Die vraag beantwoorden de onderzoekers door voor het gecombineerde effect van hitte en luchtverontreiniging aan te sluiten bij de Europese norm voor risico op sterfte door ozon. ‘Je kunt nu zeggen: deze wijk zit zoveel boven de grens van wat toelaatbaar is’, legt projectleider Groen uit. ‘Die vraag wordt nu voor het eerst beantwoord. Je kunt hittegevoeligheid kwantificeren. Dat maakt het begrip hitte hanteerbaar voor bestuurders. We kunnen objectief aangeven wanneer en hoeveel maatregelen noodzakelijk zijn.’