Ik hoor twee paar kauwtjes kwebbelen op de schoorsteen van de buren. Waar hebben ze het over? Twee Vlaamse gaaien ruziën in het dorre sporkehout; onze komst verstoord ze. Een winterkoninkje vliegt geruisloos door de klimop. Een specht roffelt z’n fanfare op een boomstam. Om een stijve nek van te krijgen! Ik loop over de flank van een grafheuvel en vraag me af of er 4000 jaar geleden ook een man-met-hondje liep. Om konijnen te vangen. Dat wil mijn hond nu ook. Sommige dingen veranderen nooit. Bij de hulst sta ik stil. De zon staat loodrecht op zijn bladeren. Ze sprankelen in de ochtendzon. Hun naalden lijken het zonlicht te splitsen en warm zonlicht golft over het blad heen. Je ziet ze genieten.
Verbaasd kijk ik naar de kale silhouetten van twee Amerikaanse eiken. Bij de een zijn de takken als een bosje op een hoge stam geplant, bij de ander begint de stam vlak boven de grond al te kronkelen. Waarom? Het komt allemaal binnen zonder betaling. Soms voel ik me gast, soms voel ik me rentmeester, maar vandaag voel ik me de Unio Mystica, de volledige deelgenoot. Geen scheiding tussen subject en object, zo belangrijk in de wetenschap. Ik geniet van de natuur en de natuur van mij. ‘Kom vriend, we gaan naar huis; het ontbijt wacht’, brom ik het beestje toe.
Kees van Veluw (57) is docent Permacultuur en netwerker biologische landbouw. Zijn visie haalt hij uit zijn werk met zowel Afrikaanse als Nederlandse boeren, zijn vrouw, drie zonen, hond en kippen.