Susan de Jong,
Zesdejaars Spatial planning Ik ben het niet eens met de stelling. De universiteit ademt in alles een bedrijfscultuur. Dat merk je als student. Kijk alleen al naar de manier waarop de WUR zichzelf profileert; als een instituut waar iedereen zaken mee wil doen. Onderzoek en kennis zijn de producten. De WUR doet dit sterker dan andere universiteiten. Maar dit hoeft niet negatief te zijn. Ik vind het wel fijn dat mijn universiteit een sterk imago heeft. Maar maatregelen zoals de harde knip en BSA zijn ook een gevolg van de bedrijfsmentaliteit en dat vind ik minder fijn.
Moira de Klijn,
Voorzitter Critical Students Wageningen In de media wordt de onafhankelijkheid van de universiteit regelmatig in twijfel getrokken, waarbij wordt gewezen op belangenverstrengeling. Dat financiering uit de industrie komt is een logische ontwikkeling, maar over de banden met die industrie moet je wel transparant zijn. Bovendien moet er ook geld zijn voor fundamenteel onderzoek dat niet gestuurd wordt door commerciële belangen, maar waar de maatschappij wel bij gediend is. Datzelfde geldt voor het onderwijs: zijn we alleen maar mensen aan het klaarstomen voor het bedrijfsleven of is er ook ruimte ‘to open your mind’ en om kritisch naar de maatschappij te leren kijken? Het waarborgen van beide lijkt mij van groot belang voor de universiteit, de studenten, de maatschappij én het bedrijfsleven.
Oberon Berlage,
Vierdejaars Levensmiddelentechnologie De universiteit is een fabriekshal waar de machine ‘onderwijs’ in staat, met docenten en studenten achter de knoppen. Samen met de machine maken zij de producten kennis, kunde en persoonlijke ontwikkeling. Als student betaal je daarvoor ongeveer 9 euro collegegeld per dag en mag je het product mee naar huis nemen. De waarde van dat product is niet in euro’s uit te drukken, maar zorgt zeker wel voor winst. De directie moet zorgen voor optimale productie: veel voor weinig. En dat lukt vrij aardig in Wageningen.
Tiny van Boekel,
Directeur Onderwijsinstituut Wij werken met belastinggeld en de maatschappij vraagt dat we daar op een goede manier mee omgaan. Zowel de studenten als de universiteit zijn gebaat bij studeerbare programma’s, waarbij in beperkte tijd zo veel mogelijk uit een opleiding te halen is. Dat kan door bij knelpuntvakken de volgorde van lessen logischer te roosteren of door nog eens te kijken naar de didactiek. Je kunt ook de stof minder moeilijk maken, maar dat is voor ons uit den boze. Soms moeten er moeilijke keuzes gemaakt worden, zoals stoppen met een kleine opleiding om meer geld beschikbaar te maken voor opleidingen waar veel vraag naar is. Blijkbaar is in Amsterdam de keuze niet gemaakt in goede dialoog met medewerkers en studenten. In Wageningen is de inspraak wel goed geregeld. Er is bijvoor- beeld nog steeds discussie over de toekomst van de communicatieopleiding. Als dit een bedrijf was, was die opleiding al afgeschaft, maar wij willen het blijven proberen.
Karel Brasser,
Fractielid VeSte Als de universiteit efficiënter kan werken door bedrijfsmatiger te handelen, dan is dat goed, mits het niet ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek. Je moet bijvoorbeeld niet het niveau van de tentamens verlagen zodat er meer studenten snel kunnen afstuderen. De focus zou sowieso niet moeten liggen op zo snel mogelijk afstuderen, maar op zo goed mogelijk afstuderen. Kwaliteit staat voorop. De taak van universiteiten is om mensen goed op te leiden, niet alleen zodat ze baankansen hebben op korte termijn, maar ook om iets te kunnen betekenen voor de maatschappij op de lange termijn.
Romy Appelman, Oud-studentenraadslid
Wageningen Universiteit is het succesvolste onderwijsbedrijf van Nederland. Nergens studeren studenten zo binnen de lijntjes als hier. De kwaliteit van het onderwijs is goed en de band tussen de RvB en de studentenraad ook. Geen Amsterdamse problemen dus. Maar er zit ook een keerzijde aan die efficiëntie. Als het hoogste doel is dat studenten binnen vijf jaar hun diploma halen, is er dan nog wel ruimte voor een studentenraad, studentenvakbond of universiteitsblad die kritisch zijn over het beleid van de universiteit? En in hoeverre kunnen studenten zich in die vijf jaar breed vormen?
Illustratie: Henk van Ruitenbeek