Wat is er gebeurd?
‘Een vlucht van Turkish Airlines uit Istanbul was al een uur aan het cirkelen om te landen in de Kathmandu Vallei. De piloot meldde dat de kerosine opraakte. Hij probeerde twee keer te landen, maar het zicht was te slecht, onder andere vanwege de vele bakovens in de vallei die roet uitbraken – het maken van bakstenen is een belangrijke industrie daar. Bij de derde landingspoging ging het mis en slipte het toestel van de baan. Het trok ook alle elektriciteitsdraden uit de grond, waardoor de baanverlichting uitviel.’
Nou en?
‘Het vliegveld heeft maar 1 startbaan, er lagen geen draaiboeken klaar hoe om te gaan met calamiteiten en er was geen getraind personeel. Uiteindelijk was het vliegtuig zondag weggetrokken en de stroomkabels gemaakt, zodat de luchthaven zondagnacht weer gebruikt kon worden. Toen was het aantal gestrande passagiers inmiddels opgelopen tot 45.000. Op maandag kwam er onverwacht een plek beschikbaar in een vliegtuig naar Abu Dhabi, zodat ik weg kon. Ik ben gelukkig weer terug in Zuid-Afrika, waar ik op sabbatical ben.’ ’
De opvang van 45.000 passagiers was lastig?
‘Ik kon niet van het vliegveld, want ik had geen visum meer. Het overgrote deel van de gestrande passagiers waren gastarbeiders in de Golfstaten, waar megalomane voetbalstadions gebouwd moeten worden. Voor deze arbeiders was er niets geregeld, behalve oproerpolitie om ze in toom te houden. De luchtvaartmaatschappijen hebben geen hulplijn opgezet, er was geen opvang, de meeste internationale toeristen hebben hun hotel zelf moeten regelen. Ik vond de opvang en afwerking door de luchtvaartmaatschappijen beneden alle peil.’
Wat leren we hier van?
‘Nepal moet de smog in de Kathmandu Vallei onder controle brengen door betere baksteenovens te ontwerpen en te bouwen. Daar kan Wageningen UR een rol spelen, denk ik dan. Verder moet de internationale luchtvaartorganisatie IATA draaiboeken voor calamiteiten opstellen. En ten derde moeten ze een tweede landingsbaan bouwen, maar dat is het moeilijkste, want daar is maar weinig ruimte voor in de vallei.’