Vier keer in de week krijgt Roerink de jongste satellietbeelden binnen van het Disaster Monitoring Constellation. Beelden met een resolutie van 25×25 meter, waarmee je Nederland op perceelsniveau in beeld hebt. Roerink bewerkt die beelden tot kant-en-klare plaatjes voor de groenmonitor. En natuurlijk kijkt-ie altijd even of er iets bijzonders is te zien. Half december was dat het geval. ‘He, het groen in Friesland gaat dood. Hoe kan dat?’
Een collega bij Lifestock Research wist het meteen. ‘Dat is muizenschade. Dat is een groot probleem daar. De boeren willen het heel graag op de agenda krijgen, maar krijgen dat maar niet voor elkaar.’ Roerink wel. Min of meer tot zijn eigen verbazing. Hij bracht de omvang van het probleem in kaart, zocht er gedetailleerde satellietbeelden bij en stuurde een berichtje naar onder meer de Boerderij en het Friesch Dagblad. Dat was op vrijdag 9 januari. Toen op maandag het ANP erop dook werd de muizenplaag ‘wereldnieuws’ in Nederland.
De muizenplaag is een mooi voorbeeld van wat je met de groenmonitor kunt. De monitor brengt letterlijk de groenheid van het landschap in kaart. De techniek bestaat al langer. Maar pas sinds kort op wekelijkse basis en met een resolutie op perceelsniveau. Roerink kan met de groenmonitor letterlijk gras zien groeien. ‘Tot zo’n twintig centimeter kun je graslengte met de groenindex kwantificeren. Daarboven is het signaal verzadigd en zie je dus geen verschillen meer.’
Friesland Campina bijvoorbeeld gebruikt die informatie om de modellen te verbeteren waarmee de aanvoer van melk wordt voorspeld. Betekent meer gras ook meer melk? Die vraag is volgens Roerink extra interessant nu het melkquotum is afgeschaft. Iedereen kan op de groenmonitor kijken via www.groenmonitor.nl. Nu nog tot op de 25 meter nauwkeurig. Maar straks mogelijk met een resolutie van vijf meter. Achtertuinniveau dus. Roerink: ‘Dat spreekt nog meer tot de verbeelding. We zijn er mee bezig. Maar die satelliet komt maar eens per maand over.’