Aarts is een energieke vrouw die met veel passie over haar vakgebied praat. Haar kijk op het lesgeven omschrijft ze als romantisch. ‘De filosoof Wittgenstein is een grote inspiratie voor me. Hij stelde dat je als leraar niet alleen lessen, maar ook slimme vragen moet voorbereiden die je studenten aan het denken zetten. Dat zorgt voor interactie, waardoor ik net zoveel van studenten kan leren als zij van mij.’
De terugkoppeling van de studenten gaat niet alleen over de inhoud, maar ook over haar manier van lesgeven. Mede daardoor heeft ze zichzelf steeds kunnen verbeteren. Aarts: ‘Dat was ook nodig. Zeker in het begin had ik geen idee hoe lesgeven in elkaar zat. Ik trapte in de klassieke valkuil. Iedere beginnende leraar is bang om met zijn mond vol tanden te staan. Daarom overlaadde ik mijn studenten met een gigantische waterval aan informatie. Eénrichtingsverkeer, daar heeft niemand wat aan.’
Aarts maakt veel gebruik van de actualiteit om haar lessen te versterken. ‘We bespreken dan bijvoorbeeld een actueel thema met theorieën uit de literatuur. Dat zorgt voor nieuwe inzichten. Studenten leren op een academische manier over topics na te denken. Maar het mooiste is om te horen dat studenten thuis nog hebben nagepraat.’
Eénrichtingsverkeer, daar heeft niemand wat aan
Noëlle Aarts
Op de vraag wat ze met de 2500 euro prijzengeld gaat doen, komt ze snel met ideeën. ‘Ik heb eens Petra Stienen, voormalig diplomate en een geweldige spreker, uitgenodigd voor een college. Dat was ontzettend leerzaam, maar het kostte wel veel geld en dat heb ik uit eigen zak betaald. Het lijkt me geweldig om van het prijzengeld opnieuw een goede spreker uit te nodig om voor nog meer studenten te spreken.’