Een hele middag college geven voor de camera en dan de beelden linea recta de prullenbak in zien gaan. Het overkwam voedingshoogleraar Sander Kersten, die afgelopen september samen met een groepje andere onderwijspioniers werkte aan de eerste MOOC. Op 27 november deelt hij zijn ervaringen met collega’s tijdens de informatiesessie How to cook a MOOC.|
Begin 2015 lanceert Wageningen Universiteit de eerste MOOC. Studenten vanuit de hele wereld kunnen gratis een online versie volgen van het bachelorvak Introduction to nutrition. Twee weken later volgt een online cursus over optimale gewasopbrengsten van Plantaardige productiesystemen. De twee cursussen zijn een uithangbord van de universiteit.
‘Het is zaak de aandacht van de student vast te houden’
Beresaai
‘Ik was wel even pissig,’ zegt Kersten, terugkijkend op het incident met de verkeerde achtergrond. ‘Maar dat zwart zou voor een doodse sfeer zorgen. De kwaliteit was niet wat we wilden. Zo’n online course moet een bepaalde geliktheid hebben, met professionele en aantrekkelijke beelden.’ Het opzetten van een online cursus verschilt flink van een gewoon vak, zegt Ulrike Wild, programmadirecteur Online Learning. ‘Een MOOC is behoorlijk vrijblijvend. Met één klik ben je ingeschreven, maar je hebt daarna geen verplichting om de colleges te volgen en vervolgens punten te halen. Het is dus zaak de aandacht van de student goed vast te houden.’ Aangezien MOOCs pas een paar jaar bestaan is het een kwestie van proberen en de kunst afkijken. Dat laatste is precies wat Wild de afgelopen tijd deed. Ze volgde een flink aantal MOOCs, onder meer over Griekse mythologie en sociale psychologie. Deels uit eigen interesse maar altijd met een timmermansoog. ‘Hoe doen ze het? Wat zou ik anders doen?’ Uiteindelijk vond Wild zo goede en afschrikwekkende voorbeelden. ‘Er zitten MOOCs tussen die beresaai zijn.’
‘Het maken van een MOOC vergt allerlei soorten vaardigheden en haalt je uit reguliere onderwijstaken, die je wel in de vingers hebt. Ik heb hier ontzettend veel tijd en werk ingestoken en daar heb ik geen minuut spijt van gehad.’
Sander Kersten, hoogleraar Voedsel, metabolisme en genomics
‘Het was hartstikke leuk hier in een team aan te werken. Ik kijk nu heel anders naar mijn vakken. Je neemt sneller iets vernieuwends mee; animaties of een filmpje.’
Gerrie van de Ven, universitair docent bij Plantaardige productiesystemen
Ook in de praktijk komt er een hoop trial and error bij kijken, zoals Kersten merkte. Na zijn verspilde middag verdween het zwarte scherm en kreeg het team op de Dreijen een studio met green screen. Docenten nemen hier kennisclips op, mini-colleges van circa tien minuten. Aanwijzen gebeurt in het luchtledige net zoals bij Gerrit Hiemstra wanneer hij het weerbericht presenteert. Achteraf worden met een computer illustraties of afbeeldingen achter de docent geplaatst, van bijvoorbeeld een schematisch spijsverteringsstelsel. De docenten werken in een team waarin ook onderwijskundigen en multimediaexperts zitten. Zo’n kennisclip vereist namelijk veel meer denkwerk en voorbereiding dan een college. Daarnaast is college geven voor een camera andere koek dan voor een gevulde collegezaal. Bij elk struikelblok haken studenten af. Ze kunnen hun hand immers niet opsteken wanneer ze iets niet begrijpen. Kersten schrijft daarom zijn teksten woord voor woord uit om ze voor te lezen van een geïmproviseerde autocue. Zo weet hij zeker dat de tekst een logisch verhaal is dat zonder haperen en ‘eh’s’ wordt voorgelezen. Wild: ‘We werden uitgedaagd om daarop heel scherp te zijn. Online cursussen hebben didactiek en pedagogiek enorm op de kaart gezet.’
Green screen
Volgens Wild zijn de ervaringen die opgedaan worden met de MOOCs van belang voor het hele onderwijs in Wageningen. De innovatie rond nieuwe cursussen sijpelt nu al door naar de rest van het onderwijs. Zo wordt het green screen inmiddels ook gebruikt door andere docenten. ‘Ze ontdekken dat ze beter de basis van genetica kunnen uitleggen in drie strakke videoclips, dan de stof honderd keer te herhalen in de collegezaal. Dat is precies wat de commissie Groei eerder dit jaar voorstelde. Door in te zetten op technologie kan Wageningen Universiteit goed onderwijs behouden bij groeiende studentenaantallen.’ Kersten profiteert zelf ook van de MOOCs. Wanneer hij zijn vak weer geeft op de campus gebruikt hij zijn filmpjes. Dat geeft meer ruimte voor werkcolleges en intensieve begeleiding door docenten. Ondertussen wacht hij af hoeveel mensen zich aanmelden voor zijn cursus. Kersten hoopt op dertig- tot veertigduizend. Waarschijnlijk meer dan alle studenten die hij ooit voor zich zal hebben in een collegezaal.
Photo: Sven Menschel