Delftse onderzoekers wilden weten hoe de universitaire campussen van Europa ervoor staan. Zo goed en zo kwaad als het gaat hebben ze informatie verzameld. Daaruit blijkt dat de Nederlandse universiteiten het grootste vloeroppervlak hebben: 21,4 meter per student.
Het is een grove inschatting, blijkt uit het boek ‘The European campus – heritage and challenges’ van Alexandra den Heijer en George Tzovlas. Ze keken hoe groot de universiteiten zijn en hoeveel studenten ze hebben. Er is geen onderscheid gemaakt tussen collegezalen, werkruimtes en ontvangsthallen. Lang niet alle vierkante meters zijn geschikt voor onderwijs.
Voor wat het waard is, is Wageningen in deze lijst de nummer twee van Europa, met 54,8 vierkante meter per student. Alleen de technische universiteit van Denemarken heeft een groter oppervlak: 67,6 vierkante meter per student.
Maar de Erasmus Universiteit Rotterdam zou slechts 8,2 vierkante meter per student meer weghebben van een legbatterij. Daarmee behoort de universiteit bepaald niet tot de voorhoede van Europa, al kan het nog een stuk kleiner. Ook in landen als Denemarken, Finland en Zweden zijn enkele universiteiten die nog minder oppervlakte per student hebben.
Deze eerste poging om de campussen van Europa te vergelijken lijkt vooral een pleidooi voor het delen van informatie. De campussen zijn van levensbelang voor de sfeer aan universiteiten, stellen de onderzoekers, om nog maar te zwijgen van het onderwijs en onderzoek zelf. Een goede campus zal volgens hen ook helpen in de wereldwijde strijd om buitenlands talent.
Veel universiteiten zitten nog in mooie, maar oude gebouwen. Ze moeten moderniseren, maar hoe? De onderzoekers willen graag meedenken. ‘We hopen dat dit onderzoek eraan bijdraagt dat de Europese campus een aantrekkelijker, effectiever en energiezuiniger plaats wordt om te leren, werken en leven’, schrijven ze.