Het project ISSD-Africa (Integrated Seed Sector Development) start dit najaar en duurt twee jaar. Het sluit aan bij al lopende nationale zaaizaadprogramma’s in verschillende Afrikaanse landen, waaronder Ethiopie, Oeganda, Burundi en Tanzania.
Het CDI heeft tussen 2010 en 2013 samen met het KIT (Koninklijk Instituut voor de Tropen) verschillende assessments gedaan van de zaaizaadsector in acht Afrikaanse landen. Daarbij kwam naar voren dat boeren onvoldoende toegang hebben tot goed zaaizaad. ISSD Africa zoekt samenwerking met Afrikaanse zaaizaadprogramma’s, organisaties en experts om deze problemen op te lossen.
Een van de kwesties is dat nieuwe variëteiten van de regionale CGIAR-onderzoeksinstituten niet goed bij de Afrikaanse boeren terecht komen. Verder laat het ondernemerschap in de sector te wensen over, net als de kwaliteitscontrole van zaaizaad. Om die problemen op te lossen, wil CDI een pluralistische en marktgerichte zaadsector met ruimte voor internationale, nationale en lokale zaaizaadbedrijven, maar ook informele boerengroepen die zaaizaad verkopen, uitwisselen en verspreiden. Zo moet de zaaizaadsector zich integraal ontwikkelen.
Dit jaar haakte de Gates Foundation aan bij ISSD-Africa. Gates was al financier van een programma van AGRA (Alliance for a Green Revolution in Africa) dat voornamelijk nationale zaaizaadbedrijven in Afrika ondersteunt. ‘Maar die nationale bedrijven zijn maar een deel van het verhaal’, zegt Marja Thijssen, coördinator van het ISSD-project. ‘Deze bedrijven produceren en verkopen voornamelijk zaaizaad van hybride mais, wat op nationaal niveau een winstgevende business is. Wij gaan kijken welke factoren bepalend zijn voor het winstgevend produceren van zaaizaad van andere gewassen door bijvoorbeeld kleine lokale bedrijven. Wij proberen in het project verschillende organisaties bij elkaar te brengen en verbindingen te leggen tussen de structuren die er al zijn.’
Presentatie Marja Thijssen
Voor het vervolgtraject stelt de Gates Foundation 1,5 miljoen dollar beschikbaar, terwijl het Nederlandse ministerie van EZ een half miljoen euro bijdraagt. Gates noemt dit een proposal development grant, ofwel een stimuleringstoelage om de aanpak uit te werken. ‘Als het goed gaat, wil Gates in een groter programma investeren’, zegt Thijssen. In elk Afrikaans land is de ontwikkeling van de zaaizaadsector anders, zegt ze, maar de Afrikanen kunnen van elkaar leren. Zo kunnen landen bijvoorbeeld samen nagaan welke ruimte de wetgeving kan bieden aan boeren om onderling zaad te blijven uitwisselen als zaaizaad is beschermd door middel van kwekersrecht. Thijssen: ‘Dit vergt dialoog tussen wetgevers, onderzoekers, bedrijven en ngo’s, waarbij ik hoop dat we uit de zwart-wit-discussie over kwekersrecht komen.’ CDI en KIT werken in ISSD-Africa met een team van veredelaars, zaaizaadspecialisten, economen, bestuurskundigen, communicatiewetenschappers en procesbegeleiders.
Het project ging officieel op 18 september van start in Nairobi.