‘Nadat ik mijn bachelor Biologie in Nijmegen had afgerond, ging ik voor mijn master naar Wageningen. Daar hoorde ik tot mijn vreugde dat het mogelijk was om een thesisonderzoek in Afrika te doen. Ik heb daar meteen werk van gemaakt en een paar maanden later vertrok ik naar Welgevonden. Hier heb ik gedurende drie maanden de competitie onderzocht tussen bunch forming grass en lawn forming grass. Het lawn forming grass is nutriëntenrijker, dus voordeliger voor grazers.
Wat opviel was dat alles veel minder georganiseerd was dan in Nederland. Zo hadden de begeleiders mijn proposal nog niet gelezen toen ik aankwam. Ook ontbraken de speciale zakken die bedoeld waren om proefopstellingen met grassoorten te maken. Toen ze eindelijk arriveerden waren ze niet in de goede maat. Dit zorgde allemaal voor tijdverlies terwijl ik al betrekkelijk krap in mijn tijd zat.
Verder vond ik de reis een unieke ervaring. Afrika is compleet anders dan ik gewend was. Het was ook bijzonder dat we echt overal in het reservaat mochten komen, anders dan de toeristen. Dan kom je ook heel veel dieren tegen. Van de ‘Big Five’ hebben we alleen het luipaard niet gezien. Soms tref je zelfs meer dieren op je pad dan je zou wensen. Bijvoorbeeld toen we ons huisje niet meer in konden doordat er een mannetjesolifant voor stond. Een andere keer stond er een olifant midden op de weg op een plek waar we niet achteruit konden rijden.
Af en toe kom je in surrealistische tafereeltje terecht. Zo kwam de parkbeheerder een keer haastig aanvliegen in een helikopter. Hij landde in onze nederzetting, stapte uit, rende naar zijn vrouw die hem een geweer aangaf, en vloog daarna weer gauw verder met de helikopter. Op zoek naar de stropers waarvan een melding was binnengekomen. Zoiets maak je in Wageningen niet alle dagen mee.’