Aanleiding is een nieuwe korting van het ministerie van Economische Zaken die bekend werd gemaakt op Prinsjesdag. Die korting vermindert het bedrag per student voor het groen onderwijs met 2 procent. Hij maakt deel uit van een pakket van maatregelen om de groei van het aantal studenten in Wageningen en bij de mbo’s niet volledig te hoeven bekostigen. Het ministerie verlaagt ook de vaste onderwijsbijdrage aan Wageningen UR.
Door deze kortingen stijgt de onderwijsbijdrage voor Wageningen Universiteit de komende jaren met slechts 2 procent. Maar deze stijging compenseert bij lange na niet de groei van het aantal studenten in Wageningen. Het aantal bekostigde studenten in Wageningen gaat van 7.500 in 2014 naar 8.800 in 2018, meldt het ministerie. Door die groei en meer leerlingen bij de agrarische onderwijscentra is er de komende jaren eigenlijk 184 miljoen euro extra nodig voor het groen onderwijs, schrijft het ministerie in de Rijksbegroting. Maar dat geld heeft het ministerie niet en daarom voert het kortingen door.
Het ministerie voert dus een korting door van 2 procent per student om ervoor te zorgen dat de uitgaven aan Wageningen niet meer dan 2 procent per jaar stijgen. Ook leiden de kortingen ertoe dat de uitgaven voor de agrarische hogescholen de komende jaren dalen. Want bij de hogescholen rekent het ministerie niet op studentengroei.
In een gezamenlijke brief pleiten Wageningen UR, de agrarische hogescholen en mbo’s ervoor dat ze gelijk worden behandeld aan de niet-groene universiteiten en (hoge)scholen. Want in tegenstelling tot EZ voert het onderwijsministerie geen korting van 2 procent op de prijs per student/leerling door.
Eerder beklaagde Wagenings bestuurder Tijs Breukink zich al over de regel van het ministerie van EZ dat het budget van de universiteit maar met maximaal 2 procent per jaar kan stijgen.