Een mooie quizvraag. Wat is de groenste stad van Nederland? Inwoners van Heerlen of kenners met een goed geheugen zullen mogelijk ‘Heerlen’ roepen. Bij een inventarisatie van Alterra in 2009 spande de Limburgse gemeente namelijk de kroon. En dat is nog steeds zo, blijkt uit de jongste update die vorige week werd vrijgegeven. Binnen de bebouwde kom ligt per Heerlense woning 165 vierkante meter groen. Dat is ruim dertig vierkante meter meer dan in Emmen, de nummer twee op de lijst, en veertig meer dan in Lelystad, de nummer drie. De ranglijst van de 31 grootste steden van ons land (jammer genoeg zonder Wageningen) is de trekker van de campagne Groen in de Stad waar Wageningen UR de markt mee op gaat. De campagne brengt de kennis van Wageningen op het gebied van stadsgroen onder de aandacht.
Perceptiegroen
Heerlen is dus groen. Ruim twee keer groener dan bijvoorbeeld Amsterdam of Rotterdam. En liefst vier keer groener dan hekkensluiter Haarlem, waar ze wel wat wonderolie kunnen gebruiken. Maar bij de cijfers past wel een flinke kanttekening, blijkt uit de toelichting van Peter Visschedijk (Alterra, Governance). De berekening van Alterra behelst uitsluitend publiek en betreedbaar groen. Particuliere tuinen zijn derhalve niet meegerekend. Datzelfde geldt voor straatgroen. Visschedijk: ‘Straatgroen is perceptiegroen. Dat is anders dan een park waarin je kunt wandelen, rennen of liggen. In het kader van beleving hoort straatgroen eigenlijk bij particulier groen.’
Visschedijk gebruikt CBS-data over bodemgebruik voor zijn ranglijst. Gegevens over straatgroen zitten daar niet in en zijn pas sinds kort beschikbaar. Wie letterlijk wil zien hoe groen Nederland is, kan tegenwoordig thuis blijven en Google Earth inschakelen of Street View. Een nóg aardiger dienst is de website boomregister.nl, mede ontwikkeld door Jan Clement van Alterra. De site is sinds begin dit jaar in de lucht. ‘Wij kennen alle bomen’, ronkt het vanaf de openingspagina. En daar is geen woord van gelogen. Door een koppeling van luchtfoto’s met infrarood beelden is van elke boom in ons land de plek en hoogte in kaart gebracht.
Wageningse visie
‘De titel Groenste Stad is een relatief begrip’, relativeert Visschedijk. ‘Het gaat ons niet zozeer om het absolute getal, maar om de trends en de bewustwording. Het is niet onze bedoeling om medailles uit te reiken. Maar de gemeenten kijken wel degelijk naar deze getallen.’ De jongste cijfers laten opvallende trends zien. Gemiddeld genomen zijn de steden sinds 2009 er niet groener op geworden. Maar de verschillen zijn groot. Utrecht en Amersfoort bijvoorbeeld werden liefst een kwart groener. Almelo leverde daarentegen 30 procent groen in. De cijfers laten ook zien dat de helft van onze steden nog niet groen genoeg is. Dat wil zeggen: ze halen niet de 75 vierkante meter per woning die de nota Ruimte als richtlijn geeft. Maar die norm slaat op gebruiksgroen. Stadsgroen anno nu is veel meer dan dat. Groen maakt mensen gezonder, vermindert de luchtvervuiling, dempt geluidhinder, draagt bij aan waterberging en verkoelt tijdens zomerse hitte. Groen maakt de stad letterlijk leefbaarder. Al die verschillende groene functies stellen hun eigen eisen en prioriteiten. Is de boom die optimaal verkoelt bijvoorbeeld dezelfde boom die het best fijnstof uit de lucht filtert? Dat roept de vraag op naar het bestaan van brede en integrale Wageningse visie op groen.
Zo’n visie is er niet, zegt Annemieke Smit (Alterra, Natuur en Samenleving). ‘Maar er is wel een Alterra-visie op stadsgroen: het Green Cities-programma dat dit jaar van start is gegaan.’ Hierin wordt volgens Smit de verbinding gemaakt tussen wat groen betekent voor het natuurlijke systeem en het effect van groen op mensen. ‘Wat betekent het voor mensen in de wijk als er meer groen is in de stad?’
#GROENINDESTAD
Nieuw in Green Cities is de vorming van zogenoemde dreamteams. Dit zijn groepjes wetenschappers met min of meer gelijkgestemde dromen op gebied van groen in de stad. Zeven van die dreamteams zijn in de maak, rond thema’s als de multifunctionele ruimte, stedelijk metabolisme en milieu en klimaat. Smit: ‘Het doel is dat we beter van elkaar weten waar we mee bezig zijn en de beschikbare kennis bundelen. Hoe kunnen we samen nieuwe oplossingen bedenken met de kennis die we hebben? Per team gaan we kijken welke markt er is en hoe we die gaan bewerken.’ Functiecombinatie is daarbij volgens Smit het sleutelwoord. ‘Het gaat om het zoeken naar slimme combinaties. Buffergroen langs een beek om hoog water op te vangen is bijvoorbeeld ook bruikbaar voor recreatie. Als je bomen plant tegen de hitte, kunnen het misschien net zo goed fruitbomen zijn waarvan je kunt oogsten. Het gaat om het stapelen van functies. Dat is de enige manier om groen betaalbaar te maken.’
Wetenschappers hebben het dan al snel over ecosysteemdiensten. Diensten die de natuur levert. Maar Smit vermijdt dat woord het liefst als ze met burgers en ondernemers praat. ‘Het is een academische term. En hoe geweldig het concept ook is, het schept afstand. Het is te abstract. Ik heb daar iets op gevonden. Ik heb het over oogstbaar groen, zichtbaar groen en merkbaar groen. Daarmee ligt de nadruk op de beleving. Wie heeft er met dit groen te maken? Wie gaat het gebruiken en wie heeft er belang bij? Je moet altijd de koppeling maken tussen de beleving en de functie van groen.’
Je moet altijd de koppeling maken tussen de beleving en de functie van groen
Het belang van die beleving van groen komt ook nadrukkelijk terug in de campagne, waarin inwoners van de steden uit het onderzoek wordt gevraagd hun groenbeleving in woord en beeld te delen in een facebookgroep (‘hoe groen is jouw stad?)) of via twitter (#groenindestad). Vinden Heerlenaren hun stad zelf ook zo groen? Is hekkesluiter Haarlem echt zo’n kale dorre vlakte als de cijfers doen vermoeden? De verzamelde beelden en opmerkingen moeten dit najaar een groen- (of zwart)boek opleveren dat aangeboden wordt aan de stadsbesturen.
Foto; Peter Visschedijk