De Haas zocht naar factoren om het verenpikken onder leghennen te verminderen. Dat is hard nodig als het snavelkappen, ter voorkoming van verenpikken, in 2018 wordt verboden. In de biologische sector is het snavelkappen (het laten wegbranden van de snavelpunt) al verboden en daar is de sterfte onder de kippen als gevolg van verenpikken hoger dan bij de gangbare pluimveehouders.
Jonge kuikens die in de eerste vier weken van hun leven kunnen scharrelen, zijn minder angstig, concludeert De Haas na metingen. Als gevolg vertonen ze minder ongericht gedrag zoals verenpikken. Na 40 weken, als de eiproductie op zijn hoogtepunt is, zie je dat effect nog steeds. Niet eerder kwamen de langdurige effecten van scharrelmateriaal op verenpikken zo duidelijk naar voren.
Pluimveehouders kunnen hier in de huisvesting van de kuikens rekening mee houden, zegt De Haas. Veel leghennen worden opgefokt in een volièresysteem, waarin ze de eerste weken in een kooi van gaas zitten. In die kooi plaatst de pluimveehouder een kartonnen bodem omdat de piepjonge kuikens anders door het gaas kunnen vallen. Op dat karton komt voer, stro en poep terecht – een prima scharrelplek. Maar na enkele weken wordt dat vuile karton weggehaald en zitten de kuikens gedurende een of anderhalve week op gaas, zonder scharrelmogelijkheid. Daarna zet de boer het deurtje van de kooi open en kunnen de kuikens het trappetje af om beneden in de stal weer te scharrelen. Deze scharrelonderbreking leidt tot extra verenpikken, zegt De Haas. Ze adviseert de pluimveehouders om de kooideurtjes gelijk open te zetten na het weghalen van het karton.
Zo heeft ze nog meer managementtips om het verenpikken te verminderen. Pluimveehouders die de radio aanzetten in de stal, hebben minder problemen, blijkt uit haar onderzoek. Dat geluid leidt de kippen af, vermoedt De Haas, en in een stille stal schrikken de kippen meer als de ventilator of de mestband plotseling starten. Spelende kinderen in de stal pakt ook goed uit, zegt De Haas.
Eigenlijk kun je met huisvesting en management 75 procent van het probleem oplossen, schat ze in. De andere 25 procent van het verenpikken is genetisch bepaald. Maar omdat verenpikken een multifactorieel probleem is, moet je dus ook sociale kippen gaan fokken. Fokkerijorganisaties moeten letten op sociale kenmerken in plaats van individuele prestaties, zegt De Haas.
Elske de Haas promoveerde op 29 augustus bij Bas Kemp, hoogleraar Adaptatiefysiologie.