Muggen bewegen tijdens het vliegen zo’n 500 tot wel 1000 keer per seconde hun vleugels op en neer. In verhouding tot zijn grootte is dat absurd vaak, licht Muijres toe. ‘Fruitvliegjes bijvoorbeeld, die veel kleiner zijn dan muggen, flappen maar 200 keer per seconde.’ Er is in het dierenrijk een soort wet: hoe groter het beestje, hoe lager de vleugelslag. Muggen zijn de spreekwoordelijke uitzondering op de regel. Muijres: ‘Ze flappen te snel gezien hun grootte of ze zijn te groot voor hun flapfrequentie.’
Waarom muggen vliegen zoals ze vliegen is niet bekend. We weten bijna niks over het vlieggedrag van de mug, legt Muijres uit. ‘Verbazingwekkend weinig. Terwijl muggen de meest gevaarlijke dieren op aarde zijn. Geen ander beest maakt zoveel dodelijke slachtoffers als de mug.’ Met zijn veni-beurs gaat Muijres die beweging tot in detail in kaart brengen en analyseren. Centraal in de aanpak staan drie highspeedcamera’s die de vleugelslag met enkele tientallen beelden per slag vastleggen.
Om dat te kunnen, schafr Muijres drie camera’s aan die tot 30.000 beeldjes per seconde kunnen schieten. Ter vergelijking: de supersnelle camera van het vliegkunstenaars-project van een paar jaar terug kon 7500 hd-beelden per seconde aan. De camera’s worden in een windtunnel zo opgesteld dat de vleugelslag van drie kanten (boven, voor en zijkant) wordt vastgelegd. Dat levert gegarandeerd spectaculaire beelden op. En sowieso nog nooit eerder gezien.
Het werk van Muijres is fundamenteel van aard. ‘Ik wil weten hoe het vliegsysteem in elkaar steekt. Hoe snel vliegt een mug, hoe ver en bij welke windsnelheid.’ Als je muggen wilt bestrijden is kennis over de vlucht essentieel. ‘In mijn veni-voorstel is de nadruk daarom gelegd op de dispersie, de verplaatsingscapaciteit van muggen.’
Florian Muijres is een van de zeven veni’s die aan Wagenings onderzoek zijn toegekend. De anderen zijn Bob Douma (Gewas- en onkruidecologie), Annemiek ter Heijne (Milieutechnologie), Jaime Hoogesteger van Dijk (Omgevingswetenschappen), Michelle van Vliet (Aardsysteemkunde), Maarten Voors (Ontwikkelingseconomie) en Maron de Vos (Plantenwetenschappen). Dit jaar zijn door de NWO 152 veni-beurzen toegekend. In totaal dienden 1086 jonge onderzoekers een voorstel in.