Terwijl de economie aantrekt, heeft de stichting DLO nog altijd moeite om de inkomsten en uitgaven sluitend te krijgen, zo blijkt uit het jaarverslag van Wageningen UR over 2013. Vorig jaar maakte DLO 3,4 miljoen euro verlies, een forse dip ten opzichte van het jaar ervoor toen het nog een winstcijfer van 6,2 miljoen euro liet noteren.
DLO kampt al enige jaren met teruglopende opdrachtenportefeuille, eerst als gevolg van bezuinigingen bij de overheid en nu ook door het opheffen van de productschappen (zie ook kader). De instituten doen hun best om dit te compenseren door meer opdrachten uit het bedrijfsleven te werven. Dat lukt deels, zo blijkt uit het jaarverslag. Afgelopen jaar werd er 48 miljoen opgehaald bij het bedrijfsleven, bijna tien procent meer dan het jaar ervoor. DLO verdiende daardoor voor het eerst meer aan het bedrijfsleven dan aan overheden, waarvan het onderzoeksbudget afgelopen jaar met 8 miljoen daalde tot 42 miljoen.
DLO wist de schade verder te beperken door enkele reorganisaties, die leidden tot een afname van de werkgelegenheid met 123 fte, ruim 4 procent van het personeelsbestand van DLO. Desalniettemin bleef er aan het einde toch een min van 3,4 miljoen euro over onder de streep.
Het andere deel van Wageningen UR, de universiteit, liet over 2013 een plus noteren van 2,2 miljoen euro. Wageningen University kreeg niet alleen meer geld door de groeiende studentenaantallen, ze scoorde ook beter bij het bedrijfsleven en de Europese Unie. Het aantal fte’s groeide dan ook met 155 tot 2695 fte.
| Brandbrief Kropff aan minister | Rector magnificus Martin Kropff heeft in mei een brandbrief gestuurd aan minister Henk Kamp over het krimpende budget voor strategisch en praktijkonderzoek. Door het wegvallen van de productschappen loopt Wageningen UR 20 miljoen euro per jaar mis, waardoor er nu 130 onderzoeksbanen op het spel staan. ‘Dat is onderzoekskracht die direct bijdraagt aan de vernieuwing van de agrosector’, schreef Kropff. Weliswaar wordt er nu gewerkt aan opvolgers voor de productschappen om collectief in kennis en innovatie te investeren, maar die innovatieclubs zijn volgend jaar nog niet klaar, vreest Kropff, waardoor het praktijkonderzoek tussen wal en schip valt. Hij richt zich tot de minister om dit probleem op te lossen, maar Kamp heeft ‘vooralsnog voldoende vertrouwen dat de financiering vanuit het bedrijfsleven in strategisch onderzoek op orde blijft’. Mocht echter in het komende half jaar blijken dat er toch een groot probleem ontstaat, dan wil hij in gesprek over de problematiek. |
|---|