Voor Wageningen UR biedt komend jaar vooral een extra kans om contacten op te doen en zich internationaal te profileren, schrijft Martin Scholten, directeur van de Animal Sciences Group, per mail. Er wordt echter wel verwacht dat Nederland de alliantie sterker achterlaat. Dus met meer betrokkenheid van Afrika, sterke contacten met andere landbouw- en klimaatorganisaties en een duidelijke reputatie. ‘We moeten als Wageningen deze UR leiderschapsrol wel waarmaken,’ zegt Scholten. ‘Adel verplicht.’
Boegbeeld van het Nederlandse voorzitterschap is de Wageningse emeritus hoogleraar Rudy Rabbinge. Hij wordt bijgestaan door Scholten, die momenteel het bestuur van de alliantie ontvangt in Nederland. Zij bezoeken komende donderdag de Wageningse campus.
We moeten als Wageningen UR deze leiderschapsrol wel waarmaken
Martin Scholten
De alliantie ontstond in 2009 nadat de klimaattop in Kopenhagen mislukte. De huidige veertig lidstaten streven vrijwillig naar een landbouw die bij toenemende productiviteit niet meer broeikasgassen uitstoot. Momenteel neemt de landbouw wereldwijd zo’n 14 procent van de emissies voor zijn rekening. Een aandeel dat bij onveranderde methodes scherp zal toenemen door de stijgende productie. De lidstaten verzamelen en delen kennis, stimuleren investeringen en coördineren hun onderzoek.
In de praktijk spitst het onderzoek zich toe op rijstteelt, akkerbouw en veehouderij. Vooral op dat laatste onderwerp heeft Wageningen UR een grote inbreng. Zo wordt er onderzoek gedaan naar veevoer dat de vorming van methaan, een potent broeikasgas, in de pens van koeien vermindert. Voorbeeld van andere onderzoekslijnen zijn het verminderen van lachgasproductie uit stikstof in landbouwbodems.