Huirne werkt een dag in de week voor de universiteit, de rest van de tijd is hij directeur Food&Agri bij de Rabobank. Twee jaar geleden maakte hij de overstap van de universiteit naar de bankwereld en sindsdien probeert hij in Wageningen de handen op elkaar te krijgen voor een mastertraject voor studenten die ‘iets’ met ondernemerschap willen. Volgens hem staat het bedrijfsleven te springen om jonge professionals die niet alleen technisch en wetenschappelijk sterk zijn, maar ook weten hoe je een adequaat businessplan schrijft. In januari lukte het hem eindelijk om goedkeuring te krijgen van het Onderwijsinstituut; in periode zes begint zijn ‘serieuze try-out’ van het vak Business Cases Agri-Food Entrepreneurship.
Past een mastertrack Ondernemerschap wel bij een life sciences universiteit?
‘Wageningen is bij uitstek een universiteit van ondernemerschap. Als je het hebt over dieren, planten, food en de groene ruimte, dan kom je al snel uit bij boeren, tuinders, mengvoerbedrijven, zuivelfabrikanten en ga zo maar door. Veel studenten in Wageningen willen bij dit soort bedrijven aan de slag, maar hun kennis en competentie hiervoor schieten tekort.Ze hebben al voor 80 procent het juiste profiel, maar hun kennis van de bedrijfsmatige kant moet flink worden aangescherpt.’
Zijn Wageningse studenten met hun specifieke kennis niet juist uitermate populair bij dergelijke bedrijven?
‘Vroeger stonden Wageningse studenten bekend om hun ‘hands-on-mentaliteit’. Ze waren zelfredzaam, breed inzetbaar en wisten precies hoe bedrijven in elkaar staken. Die positie is Wageningen al langere tijd kwijt. Wat ik heb gemerkt is dat de Wageningse studenten van de technische kant alles weten, maar bedrijfsmatig moeten ze vrij uitvoerig worden ingewerkt. Ze weten weinig van onderwerpen als strategie, financiën, marketing, internationalisatie en concurrentieanalyse. Daar mag echt wel een tandje bij. De studenten worden nu voorbijgestreefd door studenten van andere universiteiten.’
De universiteit besteedt al best veel aandacht aan ondernemerschap. Er worden bijvoorbeeld verschillende vakken over het onderwerp aangeboden. Is dat niet genoeg?
‘De vakken die nu worden aangeboden zijn allemaal losse, niet samenhangende vakken. Soms is er overlap tussen vakken bij verschillende vakgroepen, omdat zij simpelweg niet weten van elkaars bestaan. Als je onderzoeker wil worden, dan is er een prachtig traject te volgen tijdens je studie: de research master. Dat zou ik ook graag zien voor studenten die iets willen gaan doen met ondernemerschap.’
Is het traject ook bedoeld voor studenten die een eigen bedrijfje willen opstarten?
‘De track richt zich op drie groepen studenten. De gemene deler is dat ze met hun diploma ‘iets met ondernemerschap’ willen doen. Dan kun je denken aan een functie bij gemeente of overheid, waarbij veel zaken worden gedaan met agri-foodbedrijven, of bij een agri-foodbedrijf zelf. Maar ook studentondernemers kunnen veel leren tijdens het mastertraject. Voor veel zaken kunnen zij terecht bij instanties als Startlife, maar het vakkenpakket op de universiteit maakt het mooi complementair. De bedrijfsbezoeken bieden een kijkje in de keuken van andere, grotere bedrijven en de studenten kunnen hun eigen onderneming als business case gebruiken.’
En hoe zit het met het pilotvak dat half mei begint?
‘Het traject is in januari goedgekeurd, dat betekent dat het per collegejaar 2014-2015 kan starten. Voor mijn vak zou dat betekenen dat studenten het pas volgend jaar in periode vijf kunnen volgen. Ik vond het zonde om nog een jaar te wachten. Daarom hebben we besloten er dit jaar een hele serieuze try-out van te maken. Het vak wordt nu als capita selecta vak aangeboden en biedt een introductie op ondernemerschap met een stuk theorie en praktijkcases waarop de theorie wordt toegepast. Er hebben zich zeven studenten aangemeld uit verschillende hoeken, dus het is een mooie, brede groep. De studenten zijn erg gemotiveerd. Ze weten dat ze een soort proefkonijnen zijn en hard zullen moeten werken. Wat dat betreft is het echt een vak voor studentondernemers met de juiste proactieve instelling. We weten dan in elk geval dat we studenten van het juiste kaliber binnen hebben.’
Wie?
Senvi Consulting (www.senviconsulting.com)Wat? Adviesbureau dat bedrijven helpt met duurzame bedrijfsoplossingenHoeveel tijd? Gemiddeld zo’n vijf uur per persoon per week
Met drie jaarclubgenoten bedacht Arnold Looijen eind 2012 aan de bar bij Ceres hoe zonde het was dat studenten naast hun studie zo weinig met hun specifieke kennis doen. Een bijbaantje in de horeca, wat leer je dáár nou van? Samen met Xander, Coen en Bert bedacht hij daarom Senvi Consulting, een adviesbureau dat bedrijven échte verduurzaming biedt. Het eerste succes is binnen: voor een groot groente- en fruitbedrijf in het Westland hebben de heren onder meer onderzoek gedaan naar de toepasbaarheid van zonne-energie, waste-management en technologieën van LED-cultivation. ‘We hebben zelf moeten uitzoeken wat er allemaal bij komt kijken wanneer je een bedrijf opzet,’ aldus Arnold, masterstudent Management, economy & consumer studies. ‘Dat maakte het heel leerzaam, maar ook lastig.’ Meer aandacht voor ondernemerschap in het curriculum zou geen slecht idee zijn denkt Arnold.
Wie?
BoxBites Wat? Gezonde tussendoortjes thuisbezorgdHoeveel tijd? Twintig uur per persoon per week
Ze zitten nog in de opstartfase, Thomas van den Boezem en Mark Schönhage, maar eind mei hopen ze live te gaan met Boxbites: een doos vol gezonde (en fijn geprijsde) tussendoortjes uit binnen- en buitenland, die op abonnementsbasis bij mensen thuis op de mat valt. Thomas (Bsc Gezondheid en maatschappij)
kreeg het idee toen hij in Amerika studeerde en leerde wat de grote voedselbedrijven met snacks uithaalden. Hij besloot dat het anders kon. ‘Omdat ik wist dat ik het niet in mijn eentje aankon, heb ik Mark erbij gevraagd. Hij studeert Communicatiewetenschappen, heeft ervaring met zelfstandig ondernemen en heeft verschillende vakken over ondernemerschap gevolgd.’ Bij Startlife konden ze advies, tips én een microkrediet voor hun idee lospeuteren. Thomas vindt het ‘supergoed’ dat er steeds meer aandacht komt voor ondernemerschap op de universiteit. ‘Het past bij deze tijd, studenten van nu zijn creatief en willen hun eigen werk maken.’
Foto’s: Sven Menschel