Het is niet meer dan een onopvallend kantoorpand in een stille wijk van Santiago, en zeker niet te vergelijken met de architectonische hoogstandjes op de campus in Wageningen. Maar achter die betonnen gevel aan de Santa Beatriz gebeurt meer dan je zou vermoeden, ‘Wageningen UR Chile’ is de afgelopen twee jaar uitgegroeid tot de belangrijkste vestiging van Wageningen UR overzee. In het pand werken 24 medewerkers, terwijl nog eens 65 projectmedewerkers aan de organisatie verbonden zijn. Daarnaast gaan Chileense onderzoekers regelmatig naar Wageningen.
Terwijl veel buitenlandse initiatieven blijven steken in goede bedoelingen, geldt het Chileense avontuur als schoolvoorbeeld van een succesvolle samenwerking. Die begon vijf jaar geleden met een bezoek van president Michelle Bachelet aan Wageningen, zo vertelt Marian Geluk, directeur van de Chileens vestiging. Chili is welvarend door de opbrengst van de kopermijnen, maar de Chilenen beseffen heel goed dat die rijkdom niet eeuwigdurend is. Voor duurzame welvaart moet de omslag gemaakt worden naar een efficiënte kenniseconomie. De regering heeft daartoe een netwerk van kenniscentra opgezet, zogenaamde ‘centers of excellence’. Daarin wordt samen met buitenlandse partners gewerkt aan de modernisering van het land, bijvoorbeeld op het gebied van biotechnologie of mijnbouw. Voor het kenniscentrum over voedsel vroeg president Bachelet de hand van Wageningen UR en kreeg die.
Met geld van de Chileense regering opende ‘Wageningen UR Chile’ in 2012 haar deuren. In korte tijd wist het centrum zich vervolgens op de kaart te zetten. Vorig jaar haalde het al een miljoen euro aan projecten binnen, naar verwachting zal dat bedrag dit jaar verdubbelen. Bovendien geniet het kenniscentrum volgens Marian Geluk aanzien in Chili. ‘We zitten in een denktank met president Bachelet, en we zijn een vaste gesprekspartner bij het ministerie van Landbouw.’
Dat Wageningen zich in Chili op haar plek voelt is ook niet zo vreemd. Uitgestrekt over zesduizend kilometer heeft het land alle klimaten en grondsoorten, grote hoogtes en een kustlijn met een koude Humboldtstroom. Het land is de grootste exporteur van fruit op het zuidelijk halfrond. Zalm, avocado, druiven, bosbessen en quinoa: Chili heeft het allemaal. Daarnaast geldt Chili, in tegenstelling tot veel andere landen in Zuid-Amerika, als democratisch en politiek stabiel, de economie groeit er al een decennium lang met zo’n vijf procent per jaar.
Natuurlijke barrières
Eén van de Chileense onderzoekers die Wageningse kennis komt opdoen is Sebastián Rivera. Hij werkt aan de productieketen van onder meer druiven. ‘In Chili is het oogsten van de druiven verantwoordelijk voor 70 procent van de productiekosten’, vertelt hij. ‘Dat kan enorm verbeteren door bijvoorbeeld robots in te zetten.’ Kennis daarover kan hij in Wageningen vinden.
Volgens Rivera heeft zijn land nog een enorm potentieel aan onbenutte mogelijkheden. ‘Onze seizoenen lopen tegengesteld aan die van Europa en de VS, dat is een enorme kans voor de export. En door natuurlijke barrières als de Andes is het land lang verstoken gebleven van pathogenen.’ Maar Rivera ziet ook wat er beter kan. Het gebruik van pesticiden moet bijvoorbeeld omlaag, want dat vraagt de Europese markt. Fruit moet consequent van hoge kwaliteit zijn. En daar waar de fruitproductie al op exportniveau is, moet er bij de groenten nog veel gebeuren. ‘Groenten worden geteeld voor binnenlands gebruik, dus de standaard is veel lager.’ Bovendien zijn er maatschappelijke veranderingen gaande die volgens Rivera van invloed kunnen zijn op de productieketen. Zo zijn er dit jaar stakingen geweest in de Chileense havens voor betere arbeidsomstandigheden.
Erudiet
Bij de projecten in Chili probeert Marian Geluk ook Wageningse specialisten in te zetten waar dat mogelijk is. Frank Wijnands, onderzoeker bij PPO, werkt een halve dag per week voor Chili. Wijnands werkt met 400 kleine groentetelers rond hoofdstad Santiago aan voedselveiligheid en –hygiëne. ‘Met dit project brengen we de overheid en het bedrijfsleven rond de tafel om te werken aan dat gemeenschappelijke doel. Zo’n publiek-private samenwerking is echt nieuw voor ze.’
Chilenen zijn open en gretig naar nieuwe kennis, merkt hij. Voor de toekomst ziet hij dan ook veel kansen om bestaande expertise te benutten en uit te breiden. ‘We bouwen een netwerk op en voeren strategische gesprekken met allerlei partijen in de keten. ‘Echt aanwezig zijn in een land scheelt enorm’, vindt Wijnands. ’Dat zou overal zo moeten zijn.’ Zo voorziet hij een vervolgvraag voor de kleinschalige groententeelt. ‘Nu komt 90 procent van wat in Santiago gegeten wordt nog uit de directe omgeving. Wat gebeurt er als de stad gaat groeien? Daarover gaan we in dialoog met de overheid.’ Van de Chilenen zelf is Wijnands erg onder de indruk. ‘Het zijn ernstige mensen, die de wereld serieus nemen, goed opgeleid zijn, belezen, erudiet en maatschappijgericht.’
Wetenschap
Wageningen UR Chili bouwt zo in een hoog tempo aan een stevig portfolio met Chileense partners. Er lopen projecten met PSG, ASG en het CDI, en er zit meer in de pijplijn. Zo zijn er gesprekken gaande om een plantenziektenkundige dienst op te zetten, waar het Rikilt kennis voor kan leveren, vertelt Geluk. Maar het gaat niet alleen om opdrachten. Ook wetenschappelijke uitwisseling tussen Wageningen en Chili staat centraal. ‘Er gebeurt van alles op dat gebied’, vertelt Geluk. Chileense wetenschappers bezoeken Wageningen en andersom. Zes Wageningse afstudeerders gingen al naar Wageningen UR Chile voor onderzoek, en tien Chilenen zijn al naar Wageningen gegaan. Begin mei gingen alle promovendi van Food Process Engineering op studiereis naar Chili waar ze dankbaar gebruik maakten van het lokale netwerk van Wageningen UR.
De komende jaren zet Chili niet alleen in op vers voedsel voor de export, maar ook op hoogwaardige bewerkte producten. Omringende landen als Brazilië en Argentinië gaan voor bulkproductie, maar Chili wil juist ook de levensmiddelenindustrie verder innoveren. Nestlé en Mars hebben zich inmiddels in het land gevestigd en Wageningen UR wil ook op deze trend inspelen. De komende jaren is er genoeg werk aan de winkel.