Leuk om naar mooie jongens te kijken
Coco Liu, tweedejaars Master Management and Economics
‘Voor ik hierheen kwam, verwachtte ik een vrij leven in Wageningen. Ik keek ernaar uit om mensen van over de hele wereld te ontmoeten en naar feesten te gaan. Maar het blijkt dat ik de feesten hier niet echt leuk vind, er is te veel lawaai. Liever zit ik met goede vrienden aan de bar met een biertje. Dit is de eerste keer dat ik in het buitenland ben, en ik wilde heel graag reizen. In Griekenland heb ik voor het eerst een bikini gedragen. Chinese meiden willen meestal geen gespierd lichaam, ik deed thuis meer aan duursporten zoals badminton en joggen. Maar in Griekenland zag ik heel veel aantrekkelijke mensen met strakke buikspieren en een mooi bruin kleurtje. Zo wil ik ook zijn, dus nu ga ik naar de sportschool met een paar Chinese vrienden. We trainen samen, stimuleren elkaar en wisselen ervaringen uit. Ik vind het leuk om in de sportschool naar mooie jongens te kijken, Italianen en Duitsers zijn mijn favorieten. Ik zat in een ACT-groepje met zes Nederlandse studenten. Eerst voelde ik me alleen en verborg ik mijn emoties. Daarna begon ik met ze te praten. Een beetje eng, zo in het Engels, maar iedereen was heel geduldig. Een meisje vertaalde alles voor me. Sommige Chinese studenten zijn stil in dit soort groepjes. Dat komt deels door de taal of een gebrek aan zelfvertrouwen. Maar soms zijn er ook overbodige discussies waar ze liever niet aan meedoen. Chinezen laten zich graag van hun allerbeste kant zien, we houden van harmonie. Als ik problemen heb schrijf ik ze liever op en luister ik naar muziek. Ik val mijn vrienden er liever niet te veel mee lastig, en los het zelf wel op. Een goede band bouw je niet op problemen. In mijn eerste jaar was ik niet zo open als nu. Maar na de eerste zomer realiseerde ik me dat ik steeds onafhankelijker word. Ik voel me steeds meer op mijn gemak.’
Ik draag de druk mee in mijn hart
Hanbin Qiao, tweedejaars Master Animal Science
‘Ik ben een serieuze student. Feestjes kunnen leuk zijn, maar ze verpesten de dag erna en ik heb werk te doen. Mijn familie is niet rijk en ik ben hier met een beurs. Ik was niet goed voorbereid op een studie in het buitenland en dat maakte mijn eerste jaar moeilijk. Ik zei niet veel, en ik vond het zelfs moeilijk om mijn docenten te verstaan. Ik was bang om mijn examens niet te halen en vertraging op te lopen. Dan moet ik zelf mijn hele hoge collegegeld betalen. Daarom heb ik niet zo veel vrije tijd als Nederlandse studenten, ik werk heel hard zodat ik alles haal. Elke dag voel ik spanning in mezelf. Mijn ouders geven hun eigen comfort op zodat ik hier kan studeren. Mijn moeder zegt: ‘je moet hard werken, dan krijg je een beter leven.’ Elke dag leven ze voor mij. Zolang ik successen behaal zijn zij gerust. Ik heb geen manieren om die stress te ontladen, ik draag die druk mee in mijn hart. Ik woon in de Earth House waar geen gedeelde faciliteiten zijn. Na een jaar weet ik nog steeds niet echt wie de buren zijn. Ik heb vrienden en een Chinese vriendin, dus er is niet echt een reden om nieuwe vrienden te maken. Het onderwijssysteem is hier anders. In China is je begeleider als een ouder die op academisch niveau voor je zorgt, we zijn een soort kind. Hier is je dagelijkse begeleider vaak een PhD student die je gelijke is, en de prof heeft het ontzettend druk. Het Nederlandse systeem wil dat je onafhankelijk bent, maar wij willen volgen, we hebben een gids nodig. Ondertussen ben ik heel bang om iets verkeerd te doen en vertraging op te lopen. Chinese studenten heb- ben meestal duidelijk ambities: óf een hoog academisch niveau, óf buitenlandse werkervaring op doen als voor- bereiding op een managementfunctie. Dat geeft je namelijk voordeel als je het management in wil. Ik ben van deze laatste categorie. Ik wil hier aan de slag, maar uiteindelijk ga ik terug naar China omdat ik in dat land thuishoor.’
Vrij om te gaan en staan waar ik wil
Ang Li, tweedejaars Master Environmental Sciences
‘Ik zit al bijna twee jaar in het bestuur van de Chinese Association for Students and Scholars in Wageningen (CASSW)
. Het doel van CASSW is dat studenten hier gelukkig kunnen leven. We helpen nieuwe studenten op weg en we organiseren activiteiten. Net als elke andere groep verschillen Chinese studenten onderling behoorlijk. Sommige houden van feesten, anderen zijn juist serieus. Zelf ben ik een gemiddelde student, een zeven halen vind ik prima. En zolang ik afstudeer zijn mijn ouders ook gelukkig. Toen ik hier voor het eerst kwam wonen was ik af en toe best eenzaam. In China deelde ik altijd een kamer met ten minste drie andere meiden. Op mijn eigen kamer in Bornsesteeg was ik opeens af en toe alleen. Vooral in de zomer, toen was het heel stil in Wageningen. Nu weet ik dat ik dan een tripje kan plannen. Reizen in Europa vind ik heerlijk. In China heb je een visum nodig als je naar het buitenland wil, hier ben ik vrij om te gaan en staan waar ik wil. Mijn vrije tijd breng ik graag met vrienden door. De meiden eten dan samen en roddelen over van alles. De jongens houden van drinken, spelen poker en Mah-jongg of discussiëren over onderzoek. Net als veel andere Chinezen wil ik een visum aanvragen voor een zoekjaar. Dan krijg ik een jaar om hier een baan te vinden. Ik blijf zolang ik kan. Maar uiteindelijk ga ik weer terug. Dankzij de eenkind- politiek ben ik de enige die voor mijn ouders moet zorgen.’
Foto’s: Sven Menschel