Regeringpartijen PvdA en VDD vinden het wel logisch, net als het CDA en GroenLinks: als studenten op termijn geen basisbeurs meer krijgen, is het wel zo eerlijk als ze meer mogen bijverdienen. Onzin, zei minister Bussemaker eind vorig jaar nog. Nu lijkt ze de Tweede Kamer toch tegemoet te komen.
‘Het belang van de huidige bijverdiengrens wordt met de invoering van het sociaal leenstelsel inderdaad gerelativeerd’, antwoordde Bussemaker gisteren op vragen van PvdA-kamerlid Mohammed Mohandis. Een echte toezegging blijft uit, maar de minister ‘is bereid dit punt nog eens kritisch te bekijken’.
Dat moet ook bijna wel, want het leenstelsel is onder druk van de Kamer een jaar uitgesteld. De minister heeft dan wel de steun van de twee coalitiepartijen, maar heeft ook GroenLinks en D66 nodig om haar wetsvoorstel door de Eerste Kamer te krijgen. Die twee partijen moeten nog worden overgehaald.
De gedachte achter de bijverdiengrens is dat rijke studenten geen beurs nodig hebben. Als studenten in 2014 meer verdienen dan 13.730 euro, moeten ze een deel van hun basisbeurs, aanvullende beurs en ov-kaart terugbetalen. Wie honderd euro te veel verdient, moet dat bedrag terugstorten.